Delen van de wereld gaan zich van de rest afsluiten, stelt de topman van Philips: 'Maar ziektes kennen geen grenzen'
In dit artikel:
Na 24 jaar verruilt Philips zijn plek in een van de hoogste kantoortorens van Amsterdam voor een bescheidener hoofdgebouw aan de rand van de Zuidas. De verhuizing — het bedrijf zit al bijna een halfjaar in het nieuwe onderkomen, met een officiële opening deze donderdag — moet volgens topman Roy Jakobs het veranderde karakter van Philips weerspiegelen: minder show, meer focus op medische technologie en maatschappelijke impact. “Dit hoofdkantoor staat symbool voor het Philips van nu,” zegt Jakobs over de keuze voor een locatie die letterlijk tussen zakendistrict en woonwijk in ligt en volgens hem bruggen moet slaan.
Jakobs trad drie jaar geleden aan en leidde de transformatie van Philips van een breed elektronicaconcern naar een gespecialiseerde producent van medische apparatuur voor ziekenhuizen en thuiszorg. Die koerswijziging ging gepaard met ingrijpende reorganisaties die ongeveer 10.000 banen kostten. De bescheiden hoofdzetel past ook bij de nasleep van de jarenlange apneu-affaire rond haperende beademingsapparatuur, een smet die het bedrijf nog altijd achtervolgt.
Strategisch gezien maakt Jakobs van zorgen over het internationale speelveld en binnenlandse beleidskeuzes een belangrijk thema. Hij waarschuwt tegen protectionistische maatregelen zoals invoerheffingen of handelsbelemmeringen op medische producten: die ondermijnen volgens hem de kwaliteit, betaalbaarheid en innovatie in de gezondheidszorg, en raken uiteindelijk de patiënt. Tegelijk erkent hij dat politieke ontwikkelingen — vooral in de VS en China — Philips dwingen om meer te investeren in productie en onderzoek in de VS; van de jaarlijkse €1,7 miljard aan R&D gaat nog steeds circa €700 miljoen naar Nederland.
Jakobs maakt zich zorgen over het Nederlandse en Europese klimaat voor technologie en industrie. Hij noemt vergunningprocedures die in Europa veel langer duren dan in de VS of China (gemiddeld 15 maanden versus 6–9 maanden), hoge energieprijzen, hoge fiscale druk en sterke loonstijgingseisen als factoren die innovatie en productie in Europa onaantrekkelijker maken. Als gevolg verschuiven investeringen richting landen met gunstiger condities. Philips verhoogde recent haar R&D-uitgaven in de VS terwijl activiteiten in Nederland worden gesaneerd — een beweging die volgens Jakobs niet betekent dat Philips zich van Nederland wil terugtrekken, maar wel grenzen stelt aan waar het rendabel is te innoveren en produceren.
Een ander terugkerend punt is de arbeidsmarkt en kennismigratie. Jakobs waarschuwt dat strengere beperkingen op kennismigranten averechts werken: Nederland heeft simpelweg niet genoeg eigen kennistalent om te concurreren met de VS en China. Beperkingen zouden de technologische kloof vergroten en de economie en bedrijven als Philips schaden. Hij pleit voor een warm welkom voor buitenlandse experts, gecombineerd met aandacht voor neveneffecten op de woningmarkt.
Jakobs wil dat de overheid actiever inzet op industriepolitiek en steun breder trekt dan één sector. De recente hulp aan ASML waardeert hij, maar benadrukt dat beleid ook moet bevorderen: AI-ontwikkeling, defensietechnologie, energietransitie, fintech en medische technologie. Hij noemt de EU AI Act problematisch omdat die naar zijn oordeel de ontwikkeling van Europese AI en toepassing in de zorg kan belemmeren.
Tegelijk toont hij realisme: als handelsbelemmeringen doorgaan, moet Philips zowel beleid als bedrijfsvoering aanpassen. Jakobs benadrukt dat Philips zich zal inspannen om te blijven innoveren en leveren, maar niet ten koste van principes zoals eerlijke verdeling van zorgmiddelen — refererend aan beslissingen tijdens de coronacrisis toen het bedrijf medische apparatuur breed toegankelijk hield in plaats van een klant voorrang te geven.
Kortom: de nieuwe, minder imposante hoofdzetel is symbool voor een Philips dat zich meer op maatschappelijke impact en verbindingen richt, maar het bedrijf staat ook onder druk door geopolitieke spanningen, Europees regelgevings- en ondernemingsklimaat, en nationale beleidskeuzes. Jakobs roept op tot een actiever industrie- en technologisch beleid van overheid en samenleving om concurrentiekracht, innovatie en de beschikbaarheid van cruciale zorgtechnologie veilig te stellen.