Dekkingsgraden van pensioenfondsen blijven stijgen: 'Goed nieuws voor de overgang naar het nieuwe stelsel'
In dit artikel:
De gemiddelde dekkingsgraad van alle Nederlandse pensioenfondsen steeg in oktober naar ongeveer 128 procent, blijkt uit onafhankelijke berekeningen van Aon en Aegon Asset Management. In die maand kwam er gemiddeld één procentpunt bij. De dekkingsgraad — de verhouding tussen beschikbare middelen en toekomstige verplichtingen — bepaalt in welke mate fondsen hun pensioenen en indexaties kunnen uitvoeren; boven de 100 procent is er sprake van (relatieve) dekking van verplichtingen.
De opleving is vooral gunstig voor deelnemers van fondsen die per januari 2026 naar het nieuwe pensioenstelsel overstappen, zoals veel fondsen in de zorg, bouw en metaalsector. Bij de overgang zullen fondsen vermogen “uitdelen” aan deelnemers volgens vooraf vastgestelde verdeelregels; hogere dekkingsgraden betekenen meer te verdelen vermogen, maar kunnen ook leiden tot discussies over de evenwichtsafwegingen tussen verschillende groepen deelnemers. DNB heeft pensioenfondsen dan ook opgeroepen alert te zijn op de gevolgen van zulke veranderingen, en Aon raadt fondsen aan zich hierop voor te bereiden.
De stijging in oktober kwam vooral door positieve aandelenrendementen; beleggers negeerden publieke politieke risico’s en reageerden op sterke bedrijfsresultaten van onder meer Alphabet, Microsoft en Amazon. Voor fondsen die later invaren biedt een hogere dekkingsgraad doorgaans meer ruimte om te indexeren — vaak wordt dat eind van het jaar bekendgemaakt.
Praktische tip: tijdens de Pensioen3daagse (11–13 november) beantwoordt De Financiële Telegraaf pensioenvragen; mailen kan naar pensioen3daagse@dft.nl, met antwoorden op 12–14 november.