Deense sociaaldemocraten betalen de prijs voor rechtse koers

In dit artikel:

In Kopenhagen lopen de sociaaldemocraten onder premier Mette Frederiksen het risico voor het eerst in 122 jaar de stadsbestuur te verliezen. Lokale kiezers straffen vooral Frederiksen’s rechtser wordende koers af: strengere migratiepolitiek, een economisch rechtsere inslag en een pro‑autobeleid terwijl de woonkosten stijgen. Die combinatie levert weinig antwoorden op voor de problemen van stedelingen en ondermijnt de partijpopulariteit.

Pernille Rosenkrantz‑Theil, door Frederiksen voorgedragen kandidaat en persoonlijke bekende, is de voornaamste blikvanger voor die onvrede. Recente peilingen laten zien dat linkerpartijen in Kopenhagen samen een meerderheid kunnen vormen zonder de sociaaldemocraten. Critici spreken van een mislukte strategie waarbij het overnemen van extreemrechtse migratiestandpunten juist de weg heeft vrijgemaakt voor kiezers naar de echte extreemrechtse partijen.

De verwachting is dat de sociaaldemocraten ook in andere traditionele bolwerken verliezen. Tegelijk is de Deense Volkspartij onder invloed van Frederiksen verder naar rechts opgeschoven en pleit zij nu expliciet voor ‘remigratie’, een euphemisme voor deportatiebeleid. Buitenlandelijk wordt Frederiksen door sommige sociaaldemocratische boomers als voorbeeld gezien, maar binnen Denemarken kost die koers haar dus stemmen.