De zaak rondom de gebroeders Tate legt pijnlijke realiteit bloot van mensenhandel in Roemenië
In dit artikel:
In Roemenië krijgen slachtoffers van mensenhandel ondanks hun wettelijk recht zelden compensatie, zo blijkt uit onderzoek door Follow the Money en de Roemeense partner Context. Sinds 2019 zijn ruim 3.360 slachtoffers door rechtbanken geïdentificeerd, maar minder dan 1 procent ontving via een staatsfonds enige vergoeding, vaak slechts gratis rechtsbijstand; daadwerkelijke geldelijke compensatie was zelfs voor maar 0,3 procent weggelegd. Dit staat in schril contrast met de mediabelangstelling voor de zaak tegen de Britse broers Andrew en Tristan Tate, die sinds meer dan tweeënhalf jaar in Roemenië worden verdacht van mensenhandel en verkrachting, maar nog steeds niet voor de rechter zijn verschenen.
Het ontbreken van rechtvaardiging en compensatie aan slachtoffers zoals Ana, die na jaren nog steeds geen proces heeft meegemaakt of financiële steun ontving, wijst op diepere problemen binnen het Roemeense rechtssysteem. Juridische procedures duren lang en zijn complex, informatievoorziening over het compensatiefonds is ontoereikend en lokale rechtbanken kampen met beperkte budgetten. Daarnaast resulteert het onvoldoende bevriezen van de bezittingen van daders erin dat schadevergoedingen, zelfs als die worden toegekend, vaak niet kunnen worden geïnd.
De Roemeense overheid geeft aan dat politie en door de staat aangestelde advocaten onvoldoende bekend zijn met de wetgeving rond slachtoffercompensatie. Ook activisten en ngo’s signaleren dat rechters en advocaten vaak niet getraind zijn in de specifieke juridische kaders die mensenhandel-slachtoffers beschermen, en dat slachtoffers uit angst of schaamte soms afzien van hun recht op compensatie. Hoewel recent wetswijzigingen het mogelijk maken dat slachtoffers zelf advocaten kunnen kiezen en de kosten vergoed krijgen, blijft implementatie moeizaam.
Veel daders verhullen hun vermogen via vrienden, familie, illegale ondernemingen en cryptovaluta, waardoor witwaspraktijken nauwelijks worden aangepakt ondanks het grote maatschappelijke probleem. Dit belemmert de mogelijkheid om toekomstige schadevergoedingen te verhalen. Ondertussen gaan de Tate-broers volop in het nieuws, mede vanwege hun politieke voorkeuren en eigendommen, wat het contrast met de vergeten slachtoffers des te schrijnender maakt.
Experts benadrukken dat maatschappelijke stigma’s opvang en herstel bemoeilijken. Slachtoffers worden vaak gezien als schuldig of verantwoordelijk gehouden, wat hun rehabilitatie in de weg staat. Ana, die haar leven na misbruik langzaam moet heropbouwen, noemt dit een breder probleem dat een fundamentele verandering van zowel samenleving als instituties vereist om echte gerechtigheid en steun voor slachtoffers van mensenhandel mogelijk te maken.