De wespendief weet van wanten

In dit artikel:

De wespendief is een opvallende, maar relatief zeldzame roofvogel die vooral in de zomermaanden van half juli tot diep in augustus over Nederland trekt. Deze periode is ideaal om de vogel te spotten, omdat hij dan actiever is en zich beter laat horen. Wespendieven lijken veel op de buizerd, wat het herkennen bemoeilijkt, maar ze hebben kenmerkende eigenschappen zoals lange vleugels, een opvallende staart met dwarsbanden en een typerende zweefvlucht. Ze broeden vooral in bossen met open plekken, voornamelijk in midden- en oost-Nederland, maar tijdens hun trek zijn ze door het hele land te zien.

Deze vogels overwinteren in tropisch Afrika en komen pas laat in het voorjaar terug, wanneer er voldoende wespen en bijen zijn om van te leven. De wespendief voedt zich voornamelijk met larven van wespen, bijen en hommels, soms aangevuld met andere insecten of kleine dieren. Hun poten en kopveren zijn aangepast om wespensteken te weerstaan, wat hen in staat stelt honingraten mee te nemen naar het nest.

In juli en augustus zijn wespendieven vaker hoorbaar door hun karakteristieke „tuk-tuk-tuk”-ratel bij het nest en hun klaaglijke fluitende roep in de lucht. Na deze periode blijft het tien maanden stil, omdat ze dan in Afrika verblijven. Ondanks hun schaarse aanwezigheid zijn ze niet zeldzamer dan wordt gedacht, maar worden vaak over het hoofd gezien door hun gelijkenis met buizerds. Voor wie de uitdaging aandurft, is dit de perfecte tijd om deze bijzondere roofvogel in Nederland te observeren.