De vrouw van ds. Van 't Hof overleed bij een ongeval op de terugweg van vakantie. „Zij kwam eerder Thuis dan wij"
In dit artikel:
Ds. P.M. van ’t Hof uit Rijssen verloor in augustus zijn vrouw Joke tijdens een verkeersongeval op de terugreis uit Turkije. Hoewel hij zijn geloof en de nabijheid van God als bestaansdrager benadrukt, worstelt hij intens met het waarom van haar dood. Het gezin bestond verder uit twee adoptiekinderen: dochter Jade (19) en zoon Ryan (13).
Van ’t Hof vertelt dat hij aanvankelijk aarzelde over dit interview vanwege de privacy van zijn kinderen en omdat rouw een langdurig en grillig proces is. Zijn roeping tot predikant ontstond jaren eerder na het meemaken van diep geloof bij nabestaanden van een oude werkgever; dat zette hem ertoe aan theologie te gaan studeren en weg te stappen uit de sportjournalistiek. Joke leerde hij kennen in Sint-Annaland; zij was actief in het jeugdwerk en in haar rol als predikantsvrouw zette ze projecten op voor kinderen en ouderen. Het kinder- en zangwerk lag haar na aan het hart; in huis was zij de spil, praktisch en muzikaal.
De laatste vakantie met z’n drieën in Turkije was speciaal: Joke genoot van de verzorging en nam bij vertrek een kleine overdenking mee over de eeuwigheid. Tijdens de terugreis raakte Joke al op Schiphol onwel en bleef tijdens de vlucht beroerd. Kort voor de afslag Rijssen-Holten, bij hectometerpaaltje 110.0 op de A1, gebeurde er iets waardoor Van ’t Hof vermoedelijk kort het bewustzijn verloor en hun auto frontaal tegen een vrachtauto terechtkwam. Omstanders hielpen Ryan en hem uit de auto; reanimatie werd op Joke toegepast, eerst met succes maar daarna zonder herstel. In het ziekenhuis in Deventer hoorde Van ’t Hof dat Joke was overleden. Later wees onderzoek uit dat een inwendige bloeding, net boven de heup nabij de gordel, de doodsoorzaak was. Zowel hij als zijn zoon herinneren zich geen vrachtwagen; een geheugenverlies door trauma is mogelijk.
De emotionele nasleep is heftig. Van ’t Hof worstelt met schuldgevoelens — hij benoemt meerdere keren de vraag of hij het voorkomen had kunnen — en met de pijn die het geeft dat hij zijn vrouw na het ongeluk niet heeft gezien. Tegelijk zoekt hij troost in Schriftgedeelten zoals Job en Psalm 121; Job helpt hem zijn vragen bij God te brengen zonder te verzwijgen dat hij God niet altijd begrijpt. De paradox van zich gesterkt weten door God en toch geen verklaring vinden, is een centraal thema in zijn rouwverhaal.
De gemeente van Rijssen speelt een grote rol in het draagvlak: gebed, praktische hulp en meeleven zijn overweldigend geweest, maar Van ’t Hof vindt het ook belangrijk grenzen te stellen om zijn kinderen rust te geven. De kerkenraad gaf hem de ruimte om te rouwen; hij hervatte de prediking relatief snel omdat dat hem rust en zegen geeft, en hij merkte dat zijn persoonlijke verlies de woorden bij anderen diep raakte. De dood van Joke viel samen met andere jonge sterfgevallen in de gemeente, waardoor het levenseinde als roepstem voor velen voelde.
Voor nu neemt hij zijn pastorale taken geleidelijk weer op: eerst feestelijkheden en geboorten, later ziekenbezoek en uiteindelijk weer volledige pastoraatstaken. Hij mist de praktische en geestelijke steun van zijn vrouw in huis, voelt zich niet als natuurlijke huisman en ervaart de zorg voor de kinderen als extra zware opgave. De uitvaart markeerde voor hem niet alleen het gemis, maar ook de hoop: Joke werd thuis opgebaard zoals zij zelf had gewild, met symbolen van overwinning en liederen die de opstanding bezingen.