De voorstelling 'Hou zelf je bek' gaat over de ruimte terug-bezetten met geluid

dinsdag, 2 september 2025 (15:15) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Pianist en componist Djuwa Mroivili onderzoekt in haar nieuwe voorstelling Hou zelf je bek hoe stilte in de concertzaal niet alleen een beleefdheidsvorm is, maar ook een politiek instrument dat samenhangt met gentrificatie en het uitsluiten van ongewenste geluiden en mensen. De voorstelling gaat op 28 december in première in het Muziekgebouw aan ’t IJ en zoomt in op de onuitgesproken regels van klassieke podia: publieksleden moeten stil zijn, hun lichamen klein maken en zich naar het ritualistische ritme van het optreden voegen. Tegelijkertijd constateert Mroivili dat diezelfde gedragsnormen vanuit de openbare ruimte worden meegebracht en fungeren als middelen om bepaalde groepen te verplaatsen of te verdringen.

Mroivili legt uit dat wanneer wijken gentrificeren, geluid vaak een van de eerste ‘storende’ elementen is dat men wil uitwissen — straatgeluiden, stemmen en andere vormen van zichtbare levensvoering worden bestempeld als overlast. Zij verzamelt daarom geluidsopnamen uit Amsterdam-Oost, haar eigen buurt, als een soort auditieve kaart van wat verloren dreigt te gaan. Dit werk sluit aan bij het gedachtegoed van Black Sonic Geography en de ideeën van de Canadese wetenschapper Katherine McKittrick over hoe zwarte ruimtelijke ervaringen vaak worden gewist en moeilijk in kaart te brengen zijn.

In Hou zelf je bek transformeert Mroivili mensen die herhaaldelijk worden verzocht te vertrekken tot ‘aliens’: niet een aangeboren categorie, maar een sociale status waartoe mensen gemaakt worden — een echo van Simone de Beauvoirs gedachte dat identiteit ook gevormd wordt. In de voorstelling vluchten deze personages zo ver van hun oorspronkelijke plek dat ze zelfs op een andere planeet terechtkomen, waar de ontmoeting met andere vervreemdde wezens hun isolement en verwarring vergroot. Die paradox — erkenning van bestaan, maar niet hier of niet te luid — vormt het emotionele en politieke hart van het stuk.

Mroivili verbindt haar theatrale en muzikale praktijk met een breder historisch en cultureel kader. Eerder presenteerde ze samen met zanger Arturo den Hartog een programma rond vrouwelijke zwarte componisten, met repertoire van onder meer Florence Price. Ze reflecteert ook op haar eigen confrontaties met het werk van Julius Eastman tijdens haar conservatoriumtijd, onder meer op de problematiek rondom provocerende titels als Evil N*** en de manier waarop het conservatoriumcanon vaak witte normen reproduceren.

Theoretische aanknopingspunten haalt ze uit het werk van Achille Mbembe: bezetting (occupation) produceert nieuwe regels en ruimtelijke hiërarchie, waardoor bepaalde mensen tot een ‘derde zone’ worden teruggebracht. Concertzalen en stadswijken functioneren zo als bezette gebieden met eigen codes. Mroivili’s antwoord is optreden als tegenbezetting: de voorstelling probeert ruimte terug te winnen door geluid en aanwezigheid, en stelt geluid als instrument van wederopbouw en herkenning voor.

Persoonlijk achtergrondmateriaal — Mroivili is dochter van een Nederlandse moeder en kunstenaar-vader Ali ‘Napalo’ Mroivili uit de Comoren — verklaart deels haar hybride praktijk tussen muziek, performance en ruimteonderzoek. Hou zelf je bek is daarmee zowel een muzikale poging als een maatschappijkritische daad: geluid inzetten om plekken te heroveren, en de stilte te bevragen die schijnbaar vanzelfsprekend is geworden.