De vier mooiste invasievogels
In dit artikel:
In oktober trok een ongekende zwerm pimpelmezen vanuit Oost-Europa en West-Rusland Nederland binnen; op Vlieland werden op één dag zelfs tienduizenden exemplaren waargenomen. Dat soort buitenproportionele instroom noemen vogelaars een invasie: veel meer vogels van een bepaalde soort arriveren dan gebruikelijk, vaak omdat hun oorspronkelijk leefgebied te koud, te droog is of omdat voedsel schaars is — soms na een voortreffelijk broedseizoen dat de aantallen kunstmatig opvoert.
Vogelaars hopen dat de winter meer van dergelijke invasies brengt. Vier soorten staan daarbij in de schijnwerpers:
- Pestvogel: een opvallende, gekuifde en geelstaartige winterschepper die bijna elk jaar in kleine aantallen voorkomt, maar soms in veel grotere golven arriveert. Zulke invasies zijn onregelmatig — ze kunnen in oktober beginnen, maar ook middenin de winter of zelfs in februari plaatsvinden — waardoor het lang spannend blijft wanneer er weer een massale toestroom komt.
- Appelvink: in 2017 viel deze krachtvogel in groten getale Nederland binnen; tijdens de Tuinvogeltelling van dat jaar werden honderden tot bijna duizend exemplaren geregistreerd. Appelvinken hebben een extreem sterke snavel en eten harde pitten die voor veel andere zangvogels ontoegankelijk zijn. Hoewel ze ook hier broeden, vergroot een invasie hun aantallen tijdelijk fors.
- Grote kruisbek: groter dan de gewone kruisbek en met een gekruiste snavelhelft, voedt deze soort zich vooral met energierijke, droge naaldbomzaden (den, spar, lariks). Omdat die zaden weinig vocht bevatten, zoeken kruisbekken regelmatig naar smeltwater of plassen. Belangrijke invasiejaren zijn relatief zeldzaam maar bekend uit recente decennia.
- Notenkraker: een schaarsere wenssoort waarvan de laatste grote golf decennia geleden was; kleinere invasies deden zich wel in latere jaren voor. In het veld zijn notenkrakers opvallend tam en benaderbaar, chocoladebruin met witte vlekjes en ongeveer zo groot als een gaai — niet te verwarren met veel kleinere soorten.
Voor vogelliefhebbers betekent zo’n winter vol invasies extra kans op zeldzame waarnemingen, en voor de vogels zelf is het meestal een noodgedwongen zoektocht naar voedsel en geschikte leefomstandigheden. Wie er op uitgaat: let voor pestvogels en appelvinken op voedselrijke plekken en tuinen, zoek kruisbekken bij naaldbosranden en water, en aarzel niet om bijzondere waarnemingen te melden aan lokale vogeltellingen of erfgoedorganisaties.