De verwoesting van Gaza laat zien dat de Nakba geen gebeurtenis uit 1948 is, maar een voortdurende militaire strategie

woensdag, 5 november 2025 (00:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

De Nakba presenteert zich in dit stuk niet als een afgesloten gebeurtenis uit 1948 maar als een doorlopend proces van onteigening en uitwissing. Historische keuzes en hedendaagse militaire praktijken lopen door elkaar: van Yosef Weitz’ systematische landverwerving en de latere vernietiging van Palestijnse dorpen na 1948, tot de recente campagnes in Gaza waarbij gehele stadswijken doelbewust werden verwoest. De kern van de analyse is dat verdrijving, het voorkomen van terugkeer en de vernietiging van fysieke en culturele sporen steeds terugkerende middelen zijn geweest om Palestijnse aanwezigheid te wissen.

Historisch kader: van landkoop naar etnische zuivering
In aanloop naar en tijdens de stichting van Israël nam de strategie een radicale wending. Waar het Joods Nationaal Fonds aanvankelijk land probeerde te kopen, groeide onder invloed van Europese vervolging en de oorlogsdreiging bij leiders als David Ben-Gurion en functionarissen als Weitz de overtuiging dat Palestina vrijwel geheel nodig was voor een joodse staat. De VN-partitie van 1947 en de daaropvolgende oorlog leidden tot de vlucht en verdrijving van naar schatting 750.000 Palestijnen. Plannen als Plan Dalet en bloedbaden als in Deir Yassin versterkten de massamigratie; Weitz bepleitte niet alleen verdrijving maar ook het vernietigen of bedekken van dorpen om terugkeer onmogelijk te maken.

De term Nakba en de evolutie van betekenis
De Syrische denker Constantin Zureiq gaf de ramp van 1948 de naam Nakba en zag deze als een collectieve Arabische catastrofe. Later verschoof het begrip vooral naar het Palestijnse bestaan zelf: schrijvers als Elias Khoury en wetenschapper Joseph Massad introduceerden de notie van een ‘aanhoudende Nakba’ — een voortdurende periode van onteigening en verdrijving. Onderzoeksinstituten zoals Forensic Architecture omschrijven de Nakba zelfs als een militaire en ruimtelijke strategie: grootschalige moordpartijen, gedwongen verplaatsingen en het systematisch vernietigen van dorpen en landbouwgrond met het oog op het verhinderen van terugkeer.

Continuïteit en verschil tussen toen en nu
Waar vroegere leiders de noodzaak van ruimte benadrukten vanuit existentiële angst, is de hedendaagse retoriek vaker expansief-politiek of religieus gemotiveerd: sommigen claimen hele gebieden als historisch-joods eigendom, anderen willen Gaza liever uit de kaart vegen dan het in Palestijnse handen te laten. Daarbij blijkt ook hoe oude tactieken — verplaatsing en het wissen van herkenningspunten — nu opnieuw verschijnen in nieuwe vorm: bulldozers, sloopteams, ideologische strijdgroepen en zelfs op afstand bestuurbare robots die gebouwen laten ontploffen.

Gaza als casus: verwoesting, verplaatsing en het ‘voldongen feit’
Sinds oktober 2023 escaleerde de verwoesting van de Gazastrook. Een opvallende figuur is rabbijn Avraham Zerbib, die zijn rol als bulldozerbestuurder openlijk bezong en zich profileerde als één van de ‘platwalsers’ van wijken als Jabalia. Israëlische tactieken combineerden zware bombardementen met het gecontroleerd laten instorten of opblazen van gebouwen — in sommige periodes honderden gebouwen per dag — en met het inzetten van bulldozers om schade definitief te maken. Satellietbeelden tonen hoe Noord-Gaza en grote delen van Gaza-Stad in puin liggen; stadswijken als Shujaiya, Tuffah en Remal zijn praktisch weggevaagd. Deze campagne veroorzaakte massale ontheemding — ruim achthonderdduizend Palestijnen verdreven uit de stad volgens het artikel — en zeer hoge Palestijnse dodelijke slachtoffers; het stuk noemt meer dan 67.000 geïdentificeerde doden in Gaza tegenover bijna vijfhonderd Israëlische soldaten.

Ook ideologische strijdgroepen speelden een rol: milities en activistische units zoals de Uriah Force, met figuren als Bezalel Zini, handelden deels vanuit messianistische overtuigingen die vernieling verheffen tot religieuze plicht. Tegelijkertijd legitimeerden sommige militaire officieren sloop als noodzaak: elk overeindstaand gebouw kan volgens hen een bedreiging verbergen. Daarmee werd vernieling zowel militair als doel op zich.

Politiek-internationale dimensie: ‘vrijwillige migratie’ en het twentypointsplan
In politieke termen verschenen voorstellen om Gazanen te laten emigreren — het eufemistische praatje van ‘vrijwillige migratie’. De VS presenteerde een Riviera-plan en een pakket van twintig punten (verbonden aan visies van Donald Trump), waarbij artikel 12 formeel terugkeer toestond. Maar de werkelijkheid bleek weerbarstig: vrijwel geen derde land wilde Palestijnen opnemen, Egypte houdt zijn grens dicht, en regionale steun voor massamigratie ontbreekt. Zonder bestemming voor uitgeprocedeerde Gaza-bewoners verliest het idee van ‘vrijwillige’ verwijdering haar geloofwaardigheid. Netanyahu’s instemming met het plan wordt in het artikel deels verklaard door het feit dat er simpelweg nergens heen te gaan is voor de meeste Gazanen.

Het probleem van terugkeer: waarheen?
Zelfs als officiële akkoorden een recht op terugkeer zouden bevatten, stelt het artikel de cruciale vraag: waarnaartoe? Veel wijken bestaan niet meer; wegen en infrastructuur zijn door sloopwerk veranderd; puinruiming alleen al zal jaren, mogelijk decennia, vergen. Het leger heeft naar verluidt bewust nieuwe structuren en wegen aangelegd die de oude wijken doorsnijden en weggemaakt puin heeft de terugkeer fysiek bemoeilijkt. Bovendien blijft het psychologische en maatschappelijke trauma groot. De in het artikel geciteerde Gaza-journalist Ahmed (pseudoniem) schrijft over de moeite om thuis te zijn in een onherkenbare stad en sluit met de vraag: “Zelfs als onze nachtmerrie voorbij is, zal ik dan het trauma overleven dat me zal blijven achtervolgen?” Daarmee wordt de kern van de analyse aangescherpt: fysiek terugkeren zou mogelijk zijn, maar het herstel van veiligheid, gemeenschap en herinnering is een veel langere en onzekerere opgave.

Slotsom
Het artikel schetst een doorlopende lijn van strategieën — van landkoop en latere uitwissing in 1948 tot moderne vernietigingstactieken in Gaza — met als doel de demografische en ruimtelijke aanwezigheid van Palestijnen te beperken of onmogelijk te maken. Of men het nu een historische gebeurtenis noemt of een ‘aanhoudende Nakba’, de consequentie is hetzelfde: ontsnappen aan of terugdraaien van deze onteigening vergt niet alleen politieke wil en internationale bescherming, maar ook grootschalig fysiek en sociaal herstel — iets wat nu al jaren ver buiten bereik lijkt.