De vastgoedman die vrede sloot. Jared Kushner, Trump en het einde van de diplomatieke illusie
In dit artikel:
Op 29 september publiceerde The New York Times een vredesvoorstel voor de oorlog in Gaza dat voor het eerst in lange tijd als doorbraak aanvoelde: het Witte Huis eiste een onmiddellijke wapenstilstand en Hamas accepteerde voorwaarden die het eerder afwees. Kernpunten van het plan waren dat Gaza een terreurvrije zone moet worden, dat de enclave wordt herbouwd voor haar bewoners, dat Israël zich achter een vooraf vastgestelde lijn terugtrekt en dat ontvoerden worden uitgewisseld tegen Palestijnse gevangenen — een ruil die in aantallen sterk in het voordeel van Israël zou uitvallen, maar voor velen meer waard leek dan proportionaliteit.
Qatar trad opnieuw op als bemiddelaar en speelde een centrale rol bij de onderhandelingen. De tekst uitte harde kritiek op Hamas: de organisatie zou normalisatie steeds saboteren en haar eigen bevolking als schild gebruiken. Tegelijk liet de episode zien hoe verdeeld Europa is: EU-ministers bereikten geen eensgezind standpunt en veel Europese respons bleef bij symbolische gebaren, zoals de snelle erkenning van een Palestijnse staat door Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, zonder dat dit het proces wezenlijk beïnvloedde.
In de Verenigde Staten waren de reacties verdeeld, maar opvallend was een analyse die stelde dat de aanpak van Donald Trump — pragmatisch en resultaatgericht — de realiteit van het conflict beter leek te vatten dan de beleidslijnen van Biden en veel Europese leiders. Waar diplomaten zich volgens deze lezing drukmaakten om procedures en morele veroordelingen, koos Trump voor ruimte om Israël actie te laten ondernemen en voor directe, zakelijke onderhandelingen. Europese leiders reisden wel naar plaatsen zoals Sharm el‑Sheikh om aanwezig te zijn bij fotomomenten, maar bleven in de analyse grotendeels betekenisloos voor het kernproces; Nederland hield zich opvallend stil.
De drijvende kracht achter het vredesproces wordt in het artikel vooral toegeschreven aan Jared Kushner, Trumps schoonzoon en adviseur. In zijn memoires Breaking History schetst Kushner zichzelf niet als klassiek diplomaat maar als projectontwikkelaar die onderhandelen ziet als het opstellen van concrete clausules en kaarten: grenzen, eigendom en harde afspraken in plaats van idealistische taal. Zijn aanpak was detailgericht: punten één voor één afhandelen, betrokken partijen persoonlijk aflopen en helder laten bepalen wat zij werkelijk willen. Die methode leidde eerder tot de Abraham-akkoorden, normalisaties tussen Israël en landen als de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Marokko en Soedan — stapstenen die het huidige vredesplan mogelijk maakten.
Kushners werkwijze maakte gebruik van persoonlijke contacten — ontmoetingen met leiders zoals Mohammed bin Salman en Mohammed bin Zayed worden genoemd — en van een praktisch, ruilgericht denkmodel in plaats van morele retoriek. Waar de traditionele diplomatie volgens het artikel faalde door veel morele taal en weinig concreetheid, bracht Kushner volgens zijn eigen relaas structuur: kaarten, deadlines, en uitruilmechanismen. Dit realisme leidde tot tastbare resultaten en legde tegelijkertijd de Europese invloedeloosheid bloot: terwijl Washington deals sloot, bleef Brussel steken in resoluties en symboliek.
De kernboodschap van het stuk is dat de recente vredesontwikkeling vooral het succes van dealmakers toont — mensen die werken als aannemers en vastgoedontwerpers, met een nadruk op toepasbare afspraken — en dat deze benadering de traditionele, door moraliteit gedreven diplomatie in haar relevantie ondergraaft. De auteur ziet in Kushners handelswijze zowel banaal als revolutionair: geen literaire grootspraak, maar effectief handelen met geopolitieke gevolgen, en een duidelijke uitdaging voor de rol van Europa in toekomstige vredesprocessen.