De vader van Micha verloor familie in Auschwitz, maar overleefde gevreesd Spaans kamp: 'Ik vroeg er nooit naar'
In dit artikel:
In Miranda de Ebro, een provinciestad 300 km ten noorden van Madrid, bevond zich tussen 1937 en 1947 een van Spanje’s meest beruchte interneringskampen. Waar nu alleen nog een watertoren en een kleine expositieruimte herinneren aan het verleden, stonden destijds dertig barakken binnen een betonnen muur met prikkeldraad; boven de poort prijkte Todo por la patria. Ongeveer 65.000 gevangenen uit 56 landen hebben er vastgezeten, waaronder 278 Nederlanders.
Journalist Edwin Winkels reconstrueert in zijn boek Kamp Miranda de lotgevallen van die Nederlanders. Het kamp ving verschillende groepen op: aanvankelijk strijders van de Internationale Brigades uit de Spaanse Burgeroorlog; later Joodse vluchtelingen uit Nederland en Engelandvaarders die via Spanje naar Londen wilden om bij de geallieerden te gaan vechten. Tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog fungeerde Miranda ook als toevluchtsoord voor nazi’s die probeerden te ontkomen aan de nederlaag — ironisch genoeg kregen zij vaak betere behandeling dan andere gevangenen. „Een uniek kamp’’, vat Winkels het samen.
Miranda was geen vernietigingskamp zoals Auschwitz, maar de omstandigheden waren erbarmelijk: overvolle, vieze barakken, tekort aan voedsel en schoon water, ziekte-uitbraken en uitzichtloosheid. Veel vluchtelingen bereikten Spanje na een gevaarlijke reis via België, Zwitserland, Frankrijk en de Pyreneeën, maar werden bij aankomst meteen gearresteerd door het Franconistische regime. Archieven over het kamp zijn schaars; tijdens het bewind van Franco werden herinneringen bewust niet bewaard of uitgewist, wat herstel van de geschiedenis bemoeilijkte. Pas in de decennia na Franco is er meer aandacht gekomen, en sinds enkele jaren is er ter plaatse een kleine tentoonstelling.
Winkels baseerde zich op persoonlijke reisverslagen en familiebrieven, soms pas recent openbaargemaakt. Hij reconstrueert onder meer de vlucht van Louis van Coevorden (1919) uit Drenthe, die maanden in Miranda zat voordat hij als navigator bij de RAF terechtkwam. Zijn zoon Micha Shimoni (78) zegt: „Mijn vader sprak nooit over de oorlog’’, en beschouwde het boek als aanvulling op het familieverhaal. Van Coevorden verloor het grootste deel van zijn familie in Auschwitz, emigreerde later naar Israël, veranderde zijn naam in Yehuda Shimoni en speelde een rol bij El Al — waaronder betrokkenheid bij de ontvoering van Eichmann.
Winkels’ werk brengt zo een vergeten en veelkleurig hoofdstuk van de Europese oorlogsgeschiedenis terug in het licht: Miranda was het kruispunt waar verschillende vluchtverhalen, idealen en tragediën samenkwamen, en toont hoe dicht vrijheid en vervolging soms bij elkaar lagen.