De politiek heeft een nieuwe grondwet nodig

woensdag, 29 oktober 2025 (13:54) - Joop

In dit artikel:

De tekst schetst een diagnose van de diepe breuk tussen burger en politiek in Nederland en roept op tot een fundamentele heroriëntatie. De schrijver traceert de oorsprong van het probleem terug naar de koloniale fundamenten van het Nederlandse staatsbestel: rijkdom uit koloniale exploitatie legde eeuwen geleden de basis voor instituties en een impliciet psychologisch contract waarin de bevolking dankbaarheid en loyaliteit verschuldigd zou zijn in ruil voor welvaartsvoorzieningen. Dat contract – de veronderstelling dat de staat er voor iedereen is – is volgens de auteur verdwenen door een opeenstapeling van crises.

Belangrijke keerpunten zijn 2008, de Toeslagenaffaire (ongeveer 2013–2019) en de COVID-crisis in 2020. In 2008 bleek de retoriek van individuele verantwoordelijkheid hypocriet toen banken massaal staatssteun ontvingen terwijl daarna op de zorg, onderwijs en sociale zekerheid werd bezuinigd. De toeslagenaffaire ontblootte dat de staat selectief en soms discriminerend optrad: duizenden (vaak migranten)gezinnen werden foutief tot fraudeurs verklaard, financieel geruïneerd en sociaal ontwricht. Tijdens COVID werden wederom grote bedrijven gered, en zichtbaar geworden hypocrisie en tegenstrijdige beleidscommunicatie raakten breed verspreid via sociale media. Die platformen vernietigden het laatste monopolie op informatie: burgers konden direct tegenstrijdigheden aanwijzen en alternatieve verhalen delen.

Als gevolg ontstond een nieuwe sociale categorie: de “systeemgeweerden” — mensen die hun vertrouwen in instituties definitief verloren hebben. Dit zijn onder meer onderbetaalde zorgverleners, zelfstandigen die hun bedrijf verloren, ouders die door toeslagen werden vernederd, jongeren die geen kans zien op woningbezit, en hoogopgeleiden die geconfronteerd worden met oncontroleerbare algoritmes. Deze groep is heterogeen en verspreid over de samenleving; hun gemeenschappelijke ervaring is dat het systeem hen heeft gefaald. Via sociale media vinden ze elkaar, versterken hun verhalen en dragen bij aan een versnipperde publieke ruimte waarin elke sociale groep zijn eigen media-ecosysteem en waarheid ontwikkelt.

Politiek en publiek leven zijn daardoor gefragmenteerd: partijen bedienen steeds duidelijker segmenten, en communicatie verloopt binnen parallelle informatiebubbels. Het oude bindende verhaal is gescheurd; dankbaarheid veranderde in cynisme en loyaliteit in achterdocht. De auteur stelt dat deze versnippering de democratie ondermijnt, omdat politiek die enkel deelbelangen bedient geen samenleving kan vormen.

Als uitweg pleit de tekst voor een “intervisionaire politiek”: een politiek die niet reageert op partijlijnen maar luistert naar meervoudige perspectieven en beleid ontwerpt vanuit gemeenschappelijke behoeften. Vertrouwen valt niet te herstellen met retoriek alleen; het vergt concrete daden, transparantie en erkenning van fouten. De schrijver formuleert dit verder als een nieuwe morele grondwet met drie kernprincipes:
- Universaliteit boven identiteit: rechten volgen uit menselijkheid, niet uit groepslidmaatschap.
- Complexiteit boven simplisme: problemen vragen meervoudige analyse en oplossingen, geen simpele zondebokken.
- Toekomst boven verleden: het doel is een samenleving die mensen willen bouwen en waarin fouten uit het verleden eerlijk worden erkend en hersteld.

Praktisch betekent dit erkenning van het koloniale en moderne falen van beleid, herstelmaatregelen voor slachtoffers (bijvoorbeeld van toeslagen), herwaardering van publieke voorzieningen en eerlijke arbeidsvoorwaarden, en beleid dat structurele oorzaken van problemen zoals woningtekort en marktliberalisering aanpakt. De auteur vraagt om moed van politici — fouten toegeven, sociale media als kans zien in plaats van bedreiging — en om inspanning van burgers en media om complexe debatten te voeren.

De conclusie is een oproep tot collectieve herbouw: niet terug naar een ideale verdedigbare “vroegere” Nederland, maar naar een nieuw model waarin gedeelde verantwoordelijkheid en transparantie centraal staan en waarin ook de systeemgeweerden een rol krijgen in herstel en toekomstplanning. De bijdrage sluit af als beginpunt voor discussie, ondertekend door Auset Anhh Re, Specialist NEIQ (Neuro-Emotionele Intelligentie Quotiënt).