De opmerkelijkste boeken van deze week
In dit artikel:
In de wekelijkse boekenrubriek van de Volkskrant worden opvallende nieuwe en heruitgegeven titels besproken. Onder andere Barbara Trapido’s debuutroman *De minder bekende broer van Jack* (1982) is recent opnieuw vertaald en portretteert op luchtige wijze een eigentijdse upperclassfamilie met een Engelse inslag, liefde en coming-of-age-elementen. Tony Tulathimutte brak door met *Afwijzing*, de eerste grote ‘incelroman’, die verder gaat dan het thema van mannen die worden afgewezen en zich vooral richt op het paranoïde effect van sociale afwijzing. Walter Abish’ experimentele roman *Alfabetisch Afrika* (1974) wordt geprezen om zijn taalspel waarbij elk hoofdstuk uitsluitend woorden met een specifieke letter bevat, wat door de vertaling intact blijft.
Rob van Essen, die jarenlang een relatief onbekende auteur was in het literaire landschap, won in 2019 onverwacht de prestigieuze Libris Literatuurprijs met *De goede zoon*. Zijn vroege roman *Kwade dagen* (2002) is recent heruitgegeven en vertoont thematische verbondenheid met zijn latere werk, zij het iets ongebalancer. Van Essen wordt gezien als een ‘omgekeerde’ Tommy Wieringa: minder flamboyant, maar met toenemend succes en status.
Daarnaast besteedt de rubriek aandacht aan auteurs als Romain Gary, een van Frankrijk’s grootste naoorlogse schrijvers die twee keer de Prix Goncourt won onder verschillende namen, en Graham Swift, bekend om zijn ingetogen maar krachtige korte verhalenbundel *Na de oorlog*. De postume populariteit van Marlen Haushofer groeit, onder meer dankzij haar feministische klassieker *De wand* en het onlangs vertaalde debuut *Een handvol leven*. Tom Rooduijn schreef een indringende biografie over zijn vader, verzetsman en kunstkenner Hans Rooduin, die ook een mysterieus spoorloos verdwijnen kent. De Argentijnse Samanta Schweblin, prominent in de hedendaagse Spaans-Amerikaanse literatuur, breekt met het traditionele mannelijke literaire overwicht.
De Volkskrant belicht tevens recente non-fictie zoals de biografieën over componist Willem Pijper en spion Peter Tazelaar, en boeken die maatschappelijke thema’s aansnijden, zoals Roxane van Iperens essay over klimaatontkenning en elite, Jeroen Kempermans studie over de ambtelijke samenwerking in bezet Amsterdam, en Keach Hagey’s en Karen Hao’s kritische portretten van AI-pionier Sam Altman.
Verder worden opvallende literaire debuten, heruitgaven en interviews genoemd, zoals de selecties van Jon Fosse, Agnes Callard, Jana Antonissen en Erin Sassen die op thema’s als filosofie, familierelaties, seks en identiteit ingaan. Ook klassieke auteurs en hun nalatenschap komen aan bod, met bijvoorbeeld de correspondentie tussen George Sand en operazangeres Pauline Viardot.
Deze brede literaire selectie toont een gevarieerd palet aan stemmen en stijlen die samen het hedendaagse en historische cultuurklimaat verkennen, van experimentele taal tot diep persoonlijke biografieën en maatschappijkritische essays.