De oogst van drie jaar boeren met hart voor natuur

dinsdag, 4 november 2025 (12:17) - Vogelbescherming

In dit artikel:

Drie jaar geleden startte Vogelbescherming, met steun van het Edwin Bouw Fonds en een grote particuliere gift, een proefproject op twee Nederlandse boerenbedrijven om te bewijzen dat biodiversiteit en een gezonde bedrijfsvoering hand in hand kunnen gaan. De twee voorbeeldboerderijen — Hoeve Kazan in Nieuwveen en de Koningshoeve — hebben sinds de start concrete maatregelen genomen en daarmee zichtbare ecologische en educatieve resultaten geboekt. Het project is formeel afgerond, maar de boerderijen blijven als demonstratie en leerplek bestaan.

Hoeve Kazan zette vooral in op het erf en op publieksbereik. Er werden hagen, houtwallen, kruidenstroken en bloeiende wandelpaden aangelegd, en een zwaluwpaal geplaatst. Volgens boerin Saskia Joha leverde dat een rijker erf op met veel bessen en zaden voor vogels in de winter. Tal van zang- en broedvogels profiteerden: pimpel- en koolmezen, putters, vinken en heggenmussen, maar ook bezoekers als grote bonte specht, gaai en tjiftjaffel werden gezien. Er is mogelijk zelfs een kerkuilenpaar gesetteld. De kruidenrijke graslanden trokken weidevogels zoals de grutto aan en in de slootkanten kwam de watersnip terug. Daarnaast nam het aantal insecten sterk toe; tijdens een tuinvlindertelling werden in een kwartier 65 dagvlinders van twaalf soorten geteld, waaronder bijzondere soorten als de argusvlinder en koninginnenpage. De boerderij ontving in drie jaar naar schatting 3–4 duizend bezoekers: publiek, boeren, onderzoekers en schoolgroepen.

De Koningshoeve richtte zich op probleemgebieden in het land: bodem, water en de bestrijding van de taaie grassoort witbol. Amerikaanse rivierkreeften beschadigden eerst de slootoevers en verslechterden de waterkwaliteit, en verzuring had geleid tot dicht opschietende witbol die weidevogels en insecten beperkt. In een Living Lab samen met omringende boeren en onderzoekers werd geëxperimenteerd met waterbeheer (nieuw aangelegde stuwen en dammen, extra plas) en bodemherstel (bekalking en aanvulling van voedingsstoffen) om het bodemleven te stimuleren. Gertjan van Tunen meldt dat de bodem levendiger is geworden—wormen groter en meer foeragerende weidevogels zichtbaar—maar dat herstel van witbol tijd kost en verdere monitoring vereist.

Praktische maatregelen om nesten te sparen werden ook ingevoerd: een wildredder (akoestisch en met ketting) en aangepast maaibeheer redden naar schatting circa 90 procent van de eendennesten. Bovendien is er een educatietuin aangelegd om schoolkinderen bewust te maken van biodiversiteit en gezonde voeding.

Het project laat zien dat ruimtelijke ingrepen, aangepast beheer en samenwerking met onderzoekers en lokale boeren zowel natuurwaarden als agrarische doeleinden kunnen versterken. Hoewel de pilotperiode is geëindigd, blijven beide boerderijen open als leer- en inspiratieplekken voor collega-boeren, beleidsmakers, burgers en vooral kinderen—met het doel om natuurinclusieve landbouw verder uit te dragen.