De onzichtbare invloed van islamistische netwerken: waarom we Florence Bergeaud-Blackler moeten lezen
In dit artikel:
Florence Bergeaud-Blackler, een Franse antropologe van het CNRS, verdient volgens het artikel meer aandacht dan ze in Nederland krijgt. Ze onderzocht gedetailleerd de Moslimbroederschap en wat zij “frérisme” noemt: geen theologische stroming, maar een doelgerichte methode om invloed te verwerven in westerse samenlevingen. Haar in 2023 verschenen boek Le frérisme et ses réseaux verkocht veel exemplaren in Frankrijk en trok ook in Duitsland aandacht; het verschijnt nog niet in het Engels, wat volgens de auteur meer zegt over uitgevers dan over de relevantie van de inhoud.
Kern van Bergeaud-Blacklers betoog is dat de beweging niet frontaal strijdt, maar systematisch ruimte verovert. In plaats van dogmatische prediking werkt men via een kleine, goed opgeleide kern die taal van gelijke kansen, strijd tegen islamofobie en individuele rechten hanteert om legitimiteit te winnen. Rekrutering verloopt subtiel via familie, clubs, studentenverenigingen, sociale media en informele netwerken. De tactiek is op langere termijn gericht: eerst het individu winnen, dan diens omgeving, vervolgens instituties zoals universiteiten, media en beleidsorganen, en uiteindelijk politieke partijen. Daardoor is de dreiging moeilijk zichtbaar en moeilijk vatbaar voor traditionele veiligheidsdiensten.
Belangrijke historische kaders: de Moslimbroederschap werd in 1928 opgericht door Hassan al-Banna, en na de omwentelingen van 1989 — het einde van de Koude Oorlog, de fatwa tegen Salman Rushdie en het Franse hoofddoekdebat — verschoof het perspectief naar Europa als inzet en veld van contestatie. Ook werden strategische oproepen zoals die van Yusuf al-Qaradawi in 1990 genoemd: het idee van een islamitische avant-garde die een maatschappelijk klimaat moet creëren.
Praktische manifestaties van die invloed lopen uiteen: van de halal-economie en parallelle normstelsels tot pogingen de zichtbaarheid van christelijke symboliek te verminderen. Daarnaast benutten activisme rond Palestina, campuscoalities en aansluiting bij antiracistische, intersectionele en dekoloniale bewegingen een dubbele functie: morele legitimatie en rekruteringskanaal. Volgens Bergeaud-Blackler presenteren veel aanhangers zich extern progressief terwijl intern strikte orthodoxie wordt nagestreefd.
De auteur en andere kritische waarnemers stellen dat Europese instituties — politiek, media, wetenschap — religie te vaak depolitiseren en daardoor de profetische en normatieve ambities van sommige islamistische projectdenkers onderschatten. Organisaties als de AIVD signaleren lange-termijnrisico’s, maar commerciële en democratische instellingen laten zich vaak leiden door woorden als ‘inclusie’ en ‘gelijke behandeling’, waardoor beleidsreacties onvoldoende prioriteit geven aan structurele veranderingen. Frankrijk en België laten zien hoe vergaande institutionele verschuivingen eruit kunnen zien wanneer die aanpak ongeremd blijft. Nederland wordt neergezet als terughoudender en conflictmijdend, gevoelig voor het ‘verbindende’ discours dat frérisme effectief inzet.
De impliciete waarschuwing is dat een professionele minderheid door slim gebruik van democratische waarden en open instituties de grondslagen van diezelfde vrijheden kan herformateren. Het artikel pleit voor scherpere analyse en weerbaarheid: vrijheid vraagt actief onderhoud, anders verandert ze langzaam in een verplichting tot ‘verbinden’ die een andere orde nastreeft dan de liberale seculiere rechtsstaat.