De ontroerende schoonheid van "Once in royal David's city": in Oxford en in Mijnsheerenland

dinsdag, 23 december 2025 (16:38) - Reformatorisch Dagblad

In dit artikel:

Het Festival of Nine Lessons and Carols wint in Nederland sterk aan terrein: recent onderzoek toont dat er inmiddels meer dan 300 van deze adventsbijeenkomsten plaatsvinden, zowel door kerkgebonden koren als door niet-kerkelijke ensembles. De opzet is overal herkenbaar: negen bijbellezingen afgewisseld met Engelse kerstliederen (carols), kaarslicht en orgel- en koormuziek die samen een liturgisch-concertachtige avond vormen.

Concrete voorbeelden illustreren de belevenis. In de eeuwenoude Laurentiuskerk in Mijnsheerenland verzorgde reformatorische oratoriumvereniging Psallite Deo op 6 december zo’n festival, met een sfeervol begin door orgelimprovisatie en een ingetogen uitvoering van “Once in royal David’s city”. De lezingen – onder meer Genesis 3, beloften aan figuren als Abraham en Jesaja en Johannes 1 – volgen de traditie uit het Book of Common Prayer; de gekozen carols komen vaak uit bundels als 100 Carols for Choirs. Dirigent Arjen Uitbeijerse noemt de combinatie van muzikale kwaliteit en schriftlezingen verbindend en emotioneel ontroerend, en benadrukt dat zulke avonden in Nederland soms meer het karakter van een concert krijgen dan een kerkdienst.

Het gebruik van dit programma vindt zijn oorsprong in Cornwall (1880), waar de anglicaanse bisschop van Truro het festival bedacht om mensen uit pubs te trekken en op een laagdrempelige manier met het evangelie in contact te brengen. De massa-aandacht voor het genre kreeg daarna een krachtige impuls door de uitvoering in King’s College, Cambridge, die sinds kort na de Eerste Wereldoorlog en met wereldwijde radio- en tv-uitzendingen vanaf 1928 bekendheid kreeg.

Ook in Oxford, bij Christ Church, wordt het format levendig gehouden: gratis maar snel uitverkochte plekjes, klokluiden (bell ringing), kaarslicht, proces en een mix van traditionele en moderne carols, afgewisseld met zorgvuldig gekozen lezingen en rituele elementen zoals het Onze Vader. De registers van organisten en de zuivere jeugdsoli benadrukken de concentratie op muzikale schoonheid en eenvoud.

Dr. Hanna Rijken onderzocht deze Nederlandse ontwikkeling en merkt op dat het publiek vaak gemêleerd is: kerkgangers en niet-kerkelijke bezoekers vinden elkaar in de vorm. In gereformeerde kringen zijn de festivals vaak op vrijdag- of zaterdagavond; in oecumenische gemeentes kunnen ze als zondagse diensten plaatsvinden. De bijeenkomsten blijken een brug te slaan tussen verschillende groepen, maar de vaste bijbelteksten spreken niet altijd direct aan mensen zonder kerkachtergrond. Dat heeft geleid tot varianten waarin gedichten over licht en hoop worden gelezen of waarin vooraf wordt toegelicht waarom de lezingen centraal staan.

Bezoekers en deelnemers omschrijven de avonden met woorden als schoonheid, rust, vrede, traditie en laagdrempeligheid; velen ervaren de festivals als een spirituele voorbereiding op Kerst. Rijken trekt een verband met de Nederlandse eredienstgeschiedenis: waar na de Reformatie veel liturgische en muzikale versiering verdween, bieden deze festivals opnieuw elementaire vormen van liturgische esthetiek die emotioneel meer aanspreken dan enkel het gesproken woord.

Samengevat functioneren de Festivals of Nine Lessons and Carols in Nederland zowel als culturele gebeurtenis en als religieuze ontmoeting: ze geven ruimte aan muzikale kwaliteit, verbinden diverse publieksgroepen en vervullen voor velen een rol als stille, esthetische voorbereiding op de kersttijd.