De monnikendrank chartreuse wordt gebrouwen volgens een uiterst geheim en eeuwenoud recept

In dit artikel:

De Chartreuse, een unieke likeur met een complex recept van 130 kruiden, is een vloeibaar erfgoed uit Zuidoost-Frankrijk dat tegenwoordig ook in hippe cocktailbars wereldwijd, waaronder New York en Amsterdam, wordt geserveerd. De likeur komt uit het Monastère de la Grande Chartreuse, waar ongeveer twintig Karthuizer monniken de traditie van het maken van deze drank in ere houden. Het klooster, opgericht in 1084, heeft recentelijke renovaties ondergaan, wat opmerkelijk is in het kader van de moderne ontkerkelijking.

Het verhaal van Chartreuse begon in 1605, toen de monniken een oud recept voor een elixer ontdekten, dat in 1764 zijn huidige vorm kreeg. De likeur kende hoogte- en dieptepunten, maar beleefde een heropleving dankzij de Amerikaanse cocktailcultuur, met de 'Last Word' cocktail als een van de populaire creaties. Chartreuse is er in verschillende varianten, met de groene versie die 55% alcohol bevat en de mildere, zoetere gele versie van 40%.

De productie is tegenwoordig sterk beperkt; de monniken maken jaarlijks slechts 1,2 miljoen flessen, terwijl de vraag groot is. Dit komt ook door bezorgdheid over milieu-impact door klimaatverandering. De productie onder controle van de monniken vindt plaats in een moderne faciliteit, waar medewerkers het proces volgens hun instructies volgen.

Naast de Chartreuse zijn er ook lokale distilleerderijen die diverse kruidenlikeuren vervaardigen. Een voorbeeld is de micro-distilleerderij Les saveurs du Charmant-Som. Ook samengestelde producten zoals Antésite en kunstzinnige bonbons met Chartreuse-vulling zijn populair in de regio, waarbij de focus ligt op natuurlijke en seizoensgebonden ingrediënten.