De mogelijkheden voor economische groei zijn eindeloos, volgens Nobelprijswinnaar Joel Mokyr
In dit artikel:
Joel Mokyr, een in Leiden geboren Israëlisch-Amerikaanse econoom en economisch historicus, heeft maandag de Nobelprijs voor de Economie gekregen. De Zweedse centrale bank kent hem de prijs toe samen met Philippe Aghion en Peter Howitt; Mokyr krijgt de helft van het prijzengeld, Aghion en Howitt elk een kwart. Het comité prijst hen gezamenlijk "voor het verklaren van innovatiegedreven economische groei": Aghion en Howitt bouwden wiskundige modellen, terwijl Mokyr historische analyse gebruikte om de voorwaarden voor langdurige groei bloot te leggen.
Mokyr (1946) groeide op in Haifa als zoon van Nederlandse Joodse overlevenden van de Holocaust, studeerde economie en geschiedenis in Jeruzalem en vervolgde zijn opleiding aan Yale. Sinds zijn promotie is hij verbonden aan Northwestern University bij Chicago. Collega's zoals Jutta Bolt (RUG) vinden zijn prijs niet verrassend: Mokyr geldt als een toonaangevend economisch historicus.
Centrale conclusie in Mokyrs werk is dat Europa’s economische voorsprong tussen circa 1750 en 1914 niet enkel te verklaren is door kapitaalinvesteringen die dure arbeid vervingen, maar vooral door een intellectuele cultuur die kennisontwikkeling en -uitwisseling bevorderde. Hij wijst op factoren als politieke versnippering die controversiële ideeën soms ruimte gaf, een gemeenschappelijke taal voor geleerden en de wisselwerking tussen theoretische intellectuelen en praktische ingenieurs. Die combinatie maakte het mogelijk om niet alleen te weten dat iets werkte, maar ook te begrijpen waarom — en daarop voort te bouwen.
Mokyr is optimistisch over de mogelijkheden van groei juist omdat kennis voortschrijdt en in theorie oneindig is, maar hij waarschuwt dat innovatie geen vanzelfsprekendheid is: "Innovatie gaat niet vanzelf." Volgens critici en voorstanders van andere economische prioriteiten is zijn werk desondanks actueel: als Europa wil concurreren met grootmachten als China en de VS is investeren in onderwijs, wetenschap en een open intellectuele cultuur cruciaal. Mokyr heeft zelf gezegd dat economische groei nodig blijft om klimaatverandering aan te pakken, maar dat het om "een andere soort groei" moet gaan.
Mokyr heeft nauwe banden met Nederland: hij schreef zijn proefschrift over de industrialisering van de Lage Landen, is sinds 2001 buitenlands lid van de KNAW en kreeg in 2006 de Heinekenprijs voor de Historische Wetenschap.