De matrix voor beginners: wat is stand van zaken bij verdeling olympische tickets?

In dit artikel:

De KNSB vult tijdens het Olympisch Kwalificatietoernooi (OKT) in Heerenveen een vooraf opgestelde matrix in om te bepalen welke negen vrouwen en negen mannen naar de Winterspelen in Milaan gaan. Hoewel Nederland per afstand twee tot drie startbewijzen heeft, geldt de teamlimiet van negen rijders per geslacht, waardoor toppers meerdere afstanden moeten rijden en de bond keuzes moet maken op basis van medaillekansen.

De matrix rangschikt rijders naar verwachte kansen (op basis van eerdere prestaties). Zo ziet de bond bij de vrouwen vooral kansen op de 500 m en 1.500 m dankzij namen als Femke Kok en Joy Beune. Omdat sommige rijders dubbel in de lijst staan (bijvoorbeeld Femke Kok bij de vrouwen en Stijn van de Bunt bij de mannen), schuiven ook nummers daaronder door: Joy Beune staat daardoor op plek tien en mag naar de Spelen. Bij de mannen heeft Sebas Diniz plek elf en is afhankelijk van uitslagen vandaag om alsnog in de top negen te komen.

Naast de matrix heeft de bond na afloop van het OKT één of meer aanwijsplekken: die kunnen gebruikt worden om rijders alsnog te benoemen als omstandigheden zoals valpartijen (bijvoorbeeld Jutta Leerdam) het kwalificatiebeeld vertekenen. Aanwijsplaatsen worden ook strategisch ingezet voor teamonderdelen; voor ploegentafel en massastart kan de KNSB iemand buiten de top negen aanwijzen, omdat deelname aan teamonderdelen vaak vereist dat een schaatser ook een individuele afstand rijdt.

Schaatsers promoveren zichzelf actief voor aanwijzen: Leerdam zei na haar val dat ze vindt dat de beste mensen moeten rijden, Huizinga lobbyt expliciet voor een massastartplek naast zijn 5 km en ploegentour. Analisten zoals Erben Wennemars wijzen erop dat voor gouden plannen in massastart-achtige scenario’s tactiek en meerdere aanvallers cruciaal zijn tegen sterke concurrenten als Jordan Stolz.