De kokkel legt vaker het loodje in de zomer, dus wordt het quotum voor de handvissers vaker aangepast

In dit artikel:

Ongeveer dertig handkokkelaars voeren jaarlijks over de Waddenzee en hebben met de provincie Fryslân nieuwe meerjarenafspraken gemaakt voor 2026–2032. De kleinschalige visserij — uitgevoerd vanaf zo’n elf à twaalf schepen met de kokkelhark — krijgt voortaan ook in de zomer structurele monitoring: als de kokkelstand tegenvalt, wordt het quotum aangescherpt. Daarnaast blijft gelden dat niet meer dan 2,5% van de kokkels mag worden geoogst uit gebieden waar de dichtheid boven de 50 kokkels per m² ligt. Het convenant werd vrijdag ondertekend.

De vissers, die vanuit Harlingen, Lauwersoog en Den Helder uitvaren (meestal zondag uit, donderdag terug), merken toegenomen zomersterfte na warme zomers; op sommige jaren viel 70–80% van de populatie uit. Dat maakt de visserij onvoorspelbaar en dwingt enkelen tot nevenverdiensten, bijvoorbeeld werk in de binnenvaart. De gekapte kokkels worden onder meer bij Meromar in Harlingen verwerkt en grotendeels geëxporteerd, onder andere naar Spanje voor paella. Bestuurslid Kevin Hout van Op Handkracht Verder benadrukt dat er verder weinig verandert, maar dat de extra zomermonitoring nodig is vanwege de kwetsbaarheid van de kokkelbestanden.