De KNVB houdt vast aan eigen beleid, maar veilig en verantwoord koppen bestaat niet
In dit artikel:
Koppen in het voetbal staan steeds duidelijker onder druk: wetenschappelijk bewijs wijst op cumulatieve hersenschade en een verhoogde kans op dementie bij herhaaldelijk koppen. Wereldwijd reageren sporten daarop: Engeland voerde vorig seizoen een gefaseerd verbod in (kopballen verboden tot 9 jaar, jaar voor jaar opgaand tot 11), België en de Verenigde Staten hebben vergelijkbare regels, en reacties van ouders en trainers zijn grotendeels positief.
Woensdag publiceerde de Sportraad een rapport dat deze omslag ondersteunt: het raadt onder meer een verbod op koppen bij jonge kinderen aan en pleit voor helmplicht voor schaatsers. De KNVB kiest echter voor een eigen koers. Voor spelers onder de 12 jaar stelt de bond een limiet van “maximaal 5–10 kopballen per training” en wijst erop dat kinderen op die leeftijd volgens de bond gemiddeld bijna niet koppen (ongeveer één keer per twaalf wedstrijden). Bondsarts Edwin Goedhart zei dat men zich “het minst zorgen maakt” over de jongste jeugd en hen de kans wil geven om de techniek te leren.
Tegenargumenten zijn dat jonge hersenen extra kwetsbaar zijn en dat, als er op die leeftijd al nauwelijks wordt gekopt, een verbod weinig sportieve nadelen zou opleveren. De Gezondheidsraad concludeerde bovendien dat er geen overtuigend bewijs is dat het aanleren van een perfecte koptechniek en sterkere nekspieren de impact substantieel vermindert.
Voormalig profspeler en VVCS-voorzitter Evgeniy Levchenko verwacht dat een algeheel kopverbod uiteindelijk onvermijdelijk is, maar dat het tijd zal kosten. De keuze voor de KNVB is helder: zich blijven onderscheiden met een ruim beleid, of juist bij de allerjongsten beginnen om zo de internationale verschuiving naar meer speelveiligheid te versnellen.