De hogere btw op fruit vergroot de ongelijkheid in de samenleving verder

vrijdag, 22 augustus 2025 (17:23) - Joop

In dit artikel:

In 2019, tijdens een gratis kopje koffie bij een grote Nederlandse supermarkt, merkt de auteur hoe een oudere klant onbewust blijft van stijgende voedselprijzen: haar rollator bevatte nog mandarijnen en appels, maar veel mensen met weinig geld laten fruit vaker staan sinds de btw-opslag. De kern van het stuk is dat de Nederlandse belastingpolitiek sinds 1 januari 2019 de lage btw op basisgoederen verhoogde van 6 naar 9 procent, terwijl de overheid tegelijk de loonbelasting licht verlaagde. Het algemene btw-tarief blijft 21 procent.

Het artikel legt uit dat Nederland zowel directe belastingen (zoals loonheffing en vermogensbelasting) als indirecte belastingen (accijnzen en btw) kent. De lage btw was bedoeld om essentiële uitgaven betaalbaar te houden, maar door geleidelijke verhogingen verliest dat tarief zijn betekenis. Het kabinet stelde destijds dat koopkracht neutraal zou blijven dankzij lagere inkomstenbelasting, maar in de praktijk leidde de maatregel tot prijsstijgingen die relatief harder aankwamen bij huishoudens met lagere inkomens.

Belastingonderzoeker L. Wijtvliet wordt aangehaald: zijn onderzoek geeft aan dat een verschuiving van directe naar indirecte heffingen de inkomensongelijkheid vergroot en negatieve neveneffecten kan hebben, zoals meer criminaliteit, grotere kansenongelijkheid in het onderwijs en polarisering richting anti‑democratische stromingen. Met andere woorden: de beleidskeuze heeft niet alleen financiële gevolgen voor de armsten, maar raakt ook sociale samenhang.

De boodschap is dat het verhogen van btw op basisbehoeften een regressief effect heeft — mensen met minder middelen besteden een groter deel van hun inkomen aan consumptie en worden zwaarder getroffen — en dat zo’n belastingverschuiving bijdraagt aan een ongelijker en kwetsbaarder Nederland.