De FNV vecht zichzelf de tent uit. De vakbond verspeelt zijn legitimiteit en het poldermodel is passé

dinsdag, 16 september 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

In Den Haag stonden op Prinsjesdag de tradities en praal centraal, maar één grote vertegenwoordiger van werkend Nederland ontbrak aan gezag: de FNV. De vakbond verkeert in een existentiële bestuurscrisis die zo ernstig is dat de rechter erbij betrokken moest worden. Twee buitenstaanders, oud-PvdA-leider Lodewijk Asscher en voormalig FNV-voorzitter Ton Heerts, zijn aangesteld als crisismanagers en hebben besloten dat geen zittend lid van het algemeen bestuur mag terugkeren in een nieuw bestuur; ook voorzitter Tuur Elzinga werd daarmee buiten spel gezet.

Wat deze crisis onderscheidt van eerdere conflicten binnen de vakbeweging (zoals in 1972 of de bijna-splitsing van 2011 rond pensioenen) is het ontbreken van een duidelijk inhoudelijk geschil. In plaats daarvan spelen interne wanorde, wederzijdse beschuldigingen en falend intern toezicht de hoofdrol. Daardoor is de legitimiteit van de FNV als spreekbuis voor werknemers ernstig aangetast.

De bestuurlijke implosie valt samen met jarenlange ledenverlies: de bond telt nog ongeveer 900.000 leden, maar het aandeel werkenden dat lid is van een vakbond — de organisatiegraad — daalt al jaren tot circa 11 procent of minder. Daarmee verliest de FNV representativiteit en politieke invloed.

Dat heeft bredere gevolgen voor de traditionele Nederlandse polderstructuur die sinds 1945 bestond: overlegorganen waarin vakbonden, werkgevers en de overheid samen arbeidsvoorwaarden en economische koers bepaalden. Veel van die overlegraden zijn verdwenen; wat resteert zijn vooral de Sociaal-Economische Raad (SER) en de invloed van vakbonden in de pensioenwereld (met circa 1.500 miljard euro aan beleggingen). Beide bastions staan onder druk nu centrale overlegmacht afbrokkelt en werkgeversorganisatie en het kabinet steeds minder centraal optreden.

Kortom: de FNV-crisis is niet alleen een interne bestuursaffaire maar richt een pijnlijke slag aan in de positie van vakbonden in Nederland — met consequenties voor collectieve onderhandelingen, pensioenbesturen en de toekomst van het poldermodel.