De film 'Nuremberg' en de Sahara
In dit artikel:
Sinds kort draait in Nederlandse bioscopen de film Nuremberg, gebaseerd op het boek van de Amerikaanse psychiater Douglas Kelley. Kelley onderzocht in 1946 de geestelijke gesteldheid van de nazi‑verdedigden tijdens het Neurenbergproces en concludeerde dat het niet om krankzinnigen ging maar om gewone mensen die om uiteenlopende, begrijpelijke redenen meewerkten aan een misdadig systeem. De film plaatst die conclusie centraal, en roept associaties op met andere werken zoals The Zone of Interest en Hanna Arendts begrip van de "banaliteit van het kwaad".
Kelleys eigen leven eindigde tragisch: hij raakte verslaafd aan onderzoek zonder resultaat, verviel in de drank en pleegde in 1958 zelfmoord. Zijn bevindingen waren in eerste instantie moeilijk te accepteren omdat ze de gedachte ondermijnden dat zulke misdaden alleen door monsters worden gepleegd.
De auteur trekt de lijn naar het heden en waarschuwt dat diezelfde les ook voor Europa geldt. In plaats van alleen te wijzen op autoritaire leiders als Poetin, Xi of Trump, zouden we ook naar ons eigen beleid moeten kijken. De EU en lidstaten voeren een steeds strenger asielbeleid en schuiven procedures naar landen buiten Europa, met samenwerkingen en afspraken met regeringen in Afrika om migranten tegen te houden. Nederland en andere Europese landen sloten bijvoorbeeld overeenkomsten metTunesië onder leiding van Kais Saied en met Mauritanië; een beoogde regeling met Niger viel weg na een coup. Tegelijkertijd werkt Europa samen met Libische strijdgroepen en een door Europa gesteunde "kustwacht".
Verschillende mensenrechtenorganisaties rapporteren al jaren over de dramatische gevolgen van die politiek: migranten worden beroofd, uitgezet de woestijn in, gemarteld en in sommige gevallen geforceerd tot dwangarbeid of losgelden. Human Rights Watch, Amnesty International, Artsen Zonder Grenzen en kinderkinderrechtenorganisatie Humanium geven aan dat het nieuwe EU‑migratiepact de risico’s kan verergeren. Desondanks verdedigen politici en deskundigen in media en talkshows het beleid als "streng maar rechtvaardig" en noodzakelijk om regulier asielbeheer te garanderen. Het publiek lijkt vaak instemmend te knikken, terwijl veel leed off‑screen en ver buiten Europese grenzen plaatsvindt.
De kernboodschap is confronterend: grove schendingen van mensenrechten kunnen het gevolg zijn van routinematige politieke keuzes en van het volgen van macht en plichtsbesef binnen instituties — niet alleen van uitzonderlijke kwaadaardigheid. Net zoals films en boeken over Neurenberg ons dwingen te erkennen dat gewone mensen onder bepaalde omstandigheden tot gruweldaden in staat zijn, zo zou de huidige Europese migratiepraktijk ons moeten laten nadenken over onze eigen verantwoordelijkheid.
Ten slotte merkt de auteur op dat andere binnenlandse kwesties — zoals het toeslagenschandaal en het Groninger gaskwestie — ook niet uit het publieke debat mogen verdwijnen. Er wordt verwezen naar de podcast Het Geheugenpaleis voor verdere verdieping.