De EU kiest met carbon credits voor afzwakken klimaatdoelen
In dit artikel:
De EU heeft na langdurig overleg besloten carbon credits toe te staan als hulpmiddel bij haar klimaatambities. Het besluit, dat vandaag werd genomen, maakt het voor lidstaten mogelijk vanaf 2036 tot 5 procent van hun CO₂‑reductie toe te rekenen aan gepresteerde of vermeende emissiereducties elders in de wereld; later kan dat percentage mogelijk met nog eens 5 procent worden uitgebreid. Deze versoepeling is onderdeel van de afspraken rond de weg naar gezamenlijke doelen voor 2040 en het einddoel van klimaatneutraliteit in 2050 (een gezamenlijke reductie van 90% ten opzichte van 1990).
Kritiek op de maatregel komt van klimaatwetenschappers, de Wetenschappelijke Raad van de EU en onderzoeksjournalisten. Zij waarschuwen dat carbon credits vaak niet leveren wat ze beloven: de daadwerkelijke CO₂‑winst wordt jarenlang door onderzoek — onder andere van Follow the Money — sterk overschat. Praktische problemen zoals onzekerheid over additionele vermindering, blijvende opslag (permanentie) en het risico van ‘lekkage’ maken credits een zwakkere optie dan directe emissiereducties. Ook wijzen critici op sociale schade: compensatieprojecten worden veelal uitgevoerd in het mondiale Zuiden en dwingen soms inheemse gemeenschappen hun leefwijze te veranderen.
De EU‑raad dat dit instrument nodig zou zijn om Europese industrie concurrerend te houden — een argument dat landen als Frankrijk en Duitsland hebben ingebracht — ontmoette ook tegenstand omdat het geld en politieke focus kan wegnemen van noodzakelijke transformaties in infrastructuur, vaardigheden en innovatie binnen de EU. De haast achter het akkoord hangt samen met de wens om nog vóór de VN‑klimaatconferentie in Belém de 2035‑inzendingen voor te bereiden.
Follow the Money brengt deze mechanismen verder onder de aandacht in het komende boek Wie betaalt, mag vervuilen, waarin wordt beschreven hoe het verkennen van ‘flexibiliteit’ vaak eindigt bij compensatieopties.