De eerste ontwikkelingswerker

vrijdag, 5 september 2025 (09:37) - Joop

In dit artikel:

Albert Schweitzer: zoon van een luthers predikant, theoloog, organist, filosoof en arts, zette zijn intellectuele en praktische krachten in voor medische hulpverlening in Afrika. Volgens het artikel werd hij 150 jaar geleden (1873) geboren; hij studeerde vooral het Nieuwe Testament, componeerde en publiceerde onder meer het boek Cultuur en ethiek, waarin hij de morele teloorgang van de westerse samenleving — gericht op winst, verovering en eigenbelang — hard bekritiseert. Als Nieuw Testamenticus zag hij Jezus vooral als aanjager van morele vernieuwing.

Gevoed door het besef dat het onverantwoord was in welvaart te leven terwijl elders massa’s in armoede verkeerden, verhuisde hij in 1913 met zijn vrouw naar Lambaréné in Gabon. Daar bouwde hij een ziekenhuis en werkte bewust niet als zendeling maar als arts, een onderscheid dat in die tijd opmerkelijk was omdat missionering vaak met koloniale belangen werd geassocieerd. Rond het ziekenhuis trof hij veel ziekte en lijden aan; nog voordat zijn werk echt op gang kwam, werden hij en zijn vrouw vanwege zijn Duitse staatsburgerschap tijdens de Eerste Wereldoorlog uitgewezen en geïnterneerd.

Na de oorlog keerde hij terug om het door vernietiging aangetaste werk opnieuw op te bouwen. Hij kreeg steun van sympathiserende artsen en financierde veel projecten met inkomsten uit lezingen, orgelconcerten en prijsgelden voor zijn literaire werk. Zijn voorbeeldfunctie voor christelijk-humanitair handelen maakte hem tot inspiratiebron voor latere ontwikkelingsorganisaties, zoals Artsen zonder Grenzen. Op latere leeftijd voegde hij zich bij Albert Einstein in het verzet tegen kernwapens. Schweitzer overleed in 1967 op 90‑jarige leeftijd.

Zijn nalatenschap leeft voort in tal van boeken, een standbeeld dat zijn kleindochter in 1975 in Deventer onthulde, en in een herdenking op 15 oktober in de Lebuinuskerk te Deventer met sprekers als Bert Keizer en Uri Rosenthal. Het artikel merkt op dat een herinneringsstuk opvallend geplaatst werd in De Telegraaf, in plaats van in christelijke of voormalige katholieke dagbladen.