De dodaars is een minifuut
In dit artikel:
Op Schiermonnikoog heeft de Berkenplas de afgelopen decennia duidelijk een transformatie doorgemaakt, merkt natuurschrijver Koos Dijksterhuis op. Wat ooit een ruim zandstrand en waterfietsenverhuur kende, is nu opgesnoeid tot een klein wit strandje bij het paviljoen, aangevuld met speeltoestellen en een schelpenpad. Hoewel er een helofytenfilter is aangelegd, blijft zwemmen soms risico op zwemmerseczeem geven.
Ecologisch is de plas juist rijker geworden: bomen zijn hoger, korstmossen en moerasplanten verschijnen op het strand en rietkragen hebben zich sterk uitgebreid. Daardoor is de vogelgemeenschap uitgebreid van meeuwen, meerkoeten en wilde eenden tot soorten als ijsvogel en dodaars (little grebe), die er zelfs broeden. In september valt de vogeltrek op, maar veel futensoorten blijven ook dan nog met jongen bezig; sommige futenparen verzorgen jongen tot eind september.
Dijksterhuis beschrijft het recente tafereel van twee dodaarjongen bij de Westerplas: een fors jong dat al bijna volwassen oogt en een veel kleiner jong afkomstig uit een latere legselronde. De dodaars, de kleinste van de Nederlandse futensoorten, is compact met een kenmerkende gevederde toef en heeft in zomerkleed een rossige tint. Ze broeden vaak verborgen in riet of op een piepklein plukje planten, blijven vaak lang onzichtbaar en duiken alleen op tijdens rustige momenten, bijvoorbeeld rond het avondeten van mensen.
Dijksterhuis, die veel tijd op Schiermonnikoog doorbrengt, gebruikt deze observaties om te tonen hoe menselijke inrichting en natuurlijke successionaliteit het landschap en de vogelstand ingrijpend hebben veranderd.