De chipmachines van ASML plaatsen Nederland in het brandpunt van de geopolitieke strijd tussen de VS en China
In dit artikel:
ASML staat centraal in een geopolitieke strijd tussen de VS en China omdat alleen die Nederlandse maker de extreem-ultraviolet (EUV) lithografiemachines bouwt die de meest geavanceerde chips produceren. Die machines zijn strategisch van groot belang: chips zijn dual-use, essentieel voor consumentenelektronica maar ook voor militaire technologie, waardoor toegang tot ASML’s technologie politieke en veiligheidsgevolgen heeft.
Het dilemma kwam al in 2019 scherp in beeld tijdens gesprekken in het Witte Huis en in de Situation Room. Amerikaanse veiligheidsadviseurs waarschuwden Nederland dat het leveren van een EUV-machine aan China – in dat geval aan SMIC – de Amerikaanse technologische voorsprong zou ondermijnen. In juli 2019 confronteerde president Trump premier Mark Rutte ermee; de Amerikanen wezen erop dat cruciale onderdelen van ASML afkomstig zijn uit de VS (zoals Cymer-lasers) en dat zij die levering konden blokkeren, waardoor ASML’s productie zou stilvallen. Rutte nam uitgebreide vertrouwelijke documentatie mee naar huis om de Amerikaanse analyse te bestuderen.
ASML in Veldhoven is het resultaat van decennia van doelgerichte innovatie. Terwijl veel concurrenten oudere technieken verfijnden, investeerde ASML fors in EUV (13,5 nm golflengte) en bouwde daarmee een vrijwel onaantastbare marktpositie. Die voorsprong berust niet alleen op ASML zelf, maar op een wereldwijd web van honderden leveranciers en gespecialiseerde onderdelenleveranciers — denk aan Zeiss, dat unieke spiegels maakt — plus tientallen jaren aan opgebouwde kennis. Daardoor is een inhaalrace extreem duur en technisch uitdagend.
De exportbeperkingen werden politiek instrument: onder Trump werd de verkoop van EUV aan China feitelijk verboden; onder Biden werden later ook beperkingen op geavanceerde DUV-machines ingevoerd. In 2023 legde Xi Jinping tijdens gesprekken met Joe Biden hetzelfde probleem uit vanuit Chinees perspectief: exportcontroles wurgen China’s technologische ontwikkeling, aldus Beijing. Biden bleef echter onverbiddelijk: gevoelige westerse technologie delen zou Amerikaanse veiligheid schaden. Daarmee ontstond een patstelling tussen de grootmachten.
China zelf investeert massief om de afhankelijkheid te doorbreken. Sinds 2014 zouden er meer dan honderd miljard dollar in chiponderzoek zijn gegaan; volgens analysehuizen heeft China zichtbare, maar trage vooruitgang geboekt: lokaal geproduceerde onderdelen stegen van circa vijf naar tien procent. Daarnaast spelen spionage en het weglekken van kennis een rol: voormalige ASML-medewerkers vertrokken met gevoelige informatie naar bedrijven in de VS en China, en sommige ondernemingen profiteren openlijk van staatssteun. Dit alles alarmde veiligheidsdiensten: de AIVD benoemde China in 2024 als de grootste dreiging voor de Nederlandse economische en kennisveiligheid.
De sterke banden tussen ASML en de Nederlandse technologische infrastructuur maken de zaak complex. ASML investeert flink in de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) — onder meer met tientallen miljoenen voor promoties en cleanrooms — en veel buitenlandse studenten, ook uit China, studeren op de campus. Dat trok aandacht van de Amerikaanse ambassade en leidde tot extra screening door universiteiten en veiligheidsdiensten. Het spanningsveld tussen open academisch onderzoek en nationale veiligheid blijft lastig te navigeren.
Binnen ASML zelf is er verdeeldheid over de beste koers. Voormalig CEO Peter Wennink waarschuwde tegen te strikte exportblokkades: als ASML China uitsluit, stimuleert dat Chinese inspanningen juist om eigen alternatieven te ontwikkelen. Zijn opvolger Christophe Fouquet nuanceert die vrees: hij schat dat China nog tien tot vijftien jaar achterloopt en legt de nadruk op continu innoveren — onder meer met plannen voor een volgende generatie Hyper-NA-EUV-machines rond 2030 — als de beste verdediging van ASML’s marktpositie. CFO Roger Dassen noemt de voorsprong zeer groot en wijst erop dat Chinese beloftes vaak niet in volumefabricage uitmonden.
Voor Nederland en Europa rijst een politieke vraag: hoe ver laat je je meeslepen door Amerikaanse veiligheidsbelangen, terwijl ASML tegelijkertijd de ruggengraat van de nationale economie vormt? Nederlandse regeringen hebben in de praktijk vaak de Amerikaanse lijn gevolgd en de EU buiten belangrijke overleggen gehouden, wat leidde tot frustratie binnen Europese instituties. Tegelijkertijd waarschuwden Nederlandse diplomaten ASML-leiding dat de geopolitieke realiteit na de Russische invasie van Oekraïne is veranderd en dat activiteiten in China mogelijk geleidelijk moeten worden afgebouwd, met staatssteun voor een zorgvuldige transitie.
Kortom: ASML is niet alleen een industrieel succesverhaal maar ook een geopolitieke troefkaart. Zijn technologische monopolie geeft Nederland internationale invloed, maar trekt het land midden in een grootmachtenconflict. De kernvraag blijft of Europa en Nederland zelfstandig beleid kunnen voeren dat zowel economische belangen als veiligheid waarborgt, en hoe lang ASML’s voorsprong houdbaar is als rivaliserende staten blijven investeren en zich beschermen tegen exportbeperkingen.