De carnivoor is níét terug

In dit artikel:

De afgelopen weken kopten verschillende media dat vlees weer helemaal terug zou zijn, met name in kranten als De Telegraaf. Die verhalen staan haaks op de cijfers: in Nederland is de vleesconsumptie in 2024 gezakt naar het laagste niveau in twintig jaar. Nederlanders eten minder rund en varken en verschuiven langzaam naar een flexitarisch patroon — minder vlees, meer afwisseling.

Waarom blijft het beeld van een ‘carnivoor-comeback’ rondzingen? Omdat een duidelijke trendbreuk aantrekkelijker nieuws is dan geleidelijke verandering. Bovendien is plantaardig eten inmiddels ingeburgerd: geen rage meer maar een gewone keuze. Als de media‑hype afneemt, wordt dat door sommigen geïnterpreteerd als een tegenbeweging. Daarnaast speelt identiteitspolitiek: vlees is beladen met symbolen van 'normaal doen' en nostalgie, waardoor emotie vaak zwaarder weegt dan statistiek.

Die verkeerde beeldvorming heeft praktische gevolgen. Het maakt het lastiger om heldere keuzes te maken in landbouw- en klimaatbeleid, geeft politieke tegenstanders van verduurzaming wind in de zeilen en werkt ontmoedigend voor boeren, ondernemers en chefs die wél omschakelen. Belangrijk is te erkennen dat de daling te langzaam gaat, maar dat er geen sprake is van een massaal terug naar het dieet van tien jaar geleden. Het land verandert nog steeds — misschien ongemerkt en gestaag, maar niet achteruit.