De buren, een tante, de melkboer - tussen 1933 en 1939 verzamelde de joodse Charlotte Beradt dromen in Berlijn
In dit artikel:
Charlotte Beradt, een Duits‑Joodse communiste, inventariseerde tussen 1933 en 1939 in Berlijn honderden dromen van gewone stadsgenoten. Vlak na de Rijksdagbrand werden zij en haar man als communisten opgepakt; na haar vrijlating ervoer zij terugkerende folternachtmerries. Uit die ervaring ontstond het idee om stilletjes dromen te verzamelen — bij de buurman, de kleermaker, de melkboer — vaak zonder het achterliggende doel uit te leggen. Veel verslagen stuurde ze gecodeerd naar het buitenland: beeldspraken stonden voor politieke realiteit (een ‘oom’ voor Hitler, een ‘griep’ voor arrestatie, een man in een ‘zwart pak’ voor een SS‑uniform).
In 1939 vluchtte Beradt met haar aantekeningen naar New York, waar ze jarenlang als kapster werkte. Pas in de jaren zestig bundelde ze een selectie van ongeveer 75 dromen in Het derde rijk der dromen. Ze benadrukte dat het haar niet om psychoanalytische interpretaties ging, maar om het collectieve plaatje: hoe de nazi‑dictatuur al vroeg binnendrong in het verborgen nachtleven van burgers en zo hun denken en voelen liet veranderen.
De dromen tonen weinig intieme, persoonlijke symboliek; ze beschrijven hoe het publieke leven de droomwereld infiltreert. Veel respondenten waren geen fanatieke nazi’s noch actieve verzetstrijders, maar doorsnee burgers die langzaam gewend raakten aan uniformiteit en controle. Angst, vernedering, eenzaamheid en schaamte keren steeds terug. Beradt observeert dat alleen vervolgden of verzetsmensen handelingsbekwaamheid tonen; de meerderheid kiest voor meegaandheid, zelfcensuur en het opgeven van individuele vrijheid — soms zelfs tegen beter weten in, zoals een student die zich verplicht voelt mee te zingen met een politiek lied uit angst anders alleen te staan.
Beradts verzameling sluit aan bij thema’s die Hannah Arendt later uitwerkte: de vernietiging van pluraliteit en het isolement van de totalitaire onderdaan. Beradt kende Arendt persoonlijk, vertaalde haar werk en onderhield een levenslange vriendschap met haar en Heinrich Blücher. Arendt waardeerde het onderscheid tussen privé‑ en publieke sfeer als verdedigingslinie tegen totalitarisme — precies wat de dromen aantonen dat het regime probeerde te vernietigen.
Recente inleidingen bij heruitgaven verbinden Beradts inzicht met hedendaagse zorgen: massamedia en algoritmes werken via emotie en aandacht ‑ en kunnen zo ook uniformerend en manipulerend zijn. Sociale media stimuleren extreme gevoelens en snelle reproductie van boodschappen, waardoor kritisch nadenken wordt verdrongen — een moderne variant van het proces dat Beradt in de jaren dertig observeerde.
Beradt publiceerde haar boek met de bedoeling dat we in een vroeg stadium tekenen van fascisme zouden herkennen: de dromen functioneren als bewijsmateriaal van maatschappelijke demoralisering en innerlijke verdeeldheid. De nachtmerries laten zien hoe volgzaamheid en ontkenning – zelfs onder keurige burgers – kunnen omslaan in diepe schaamte en zelfverwijt zodra de werkelijkheid van het regime onontkoombaar wordt.