De botsende boodschappen in het religieuze onderwijs

maandag, 29 september 2025 (07:02) - NOS Nieuws

In dit artikel:

Recent onderzoek van Nieuwsuur toont dat sommige reformatorische en islamitische basisscholen in Nederland binnen hun onderwijs en godsdienstige uitleg boodschappen uitdragen die op gespannen voet staan met de democratische basiswaarden zoals gelijkheid, autonomie en verdraagzaamheid. De bevindingen leidden ook tot politieke controverse: VVD-leider Dilan Yesilgöz en PVV-Kamerlid Nico Uppelschoten pleiten ervoor dat de Onderwijsinspectie ook weekendscholen mag bezoeken wanneer er aanwijzingen zijn voor “antidemocratisch gedachtegoed”, terwijl SGP, ChristenUnie en Denk kritiek hebben op die staatsbemoeienis met niet-gesubsidieerd ouderlijk onderwijs.

Wat onderzocht is
- Nieuwsuur sprak maandenlang met bestuurders van reformatorische scholen, analyseerde veel gebruikte religieuze lesmethodes en bekeek publieke lezingen van godsdienstdocenten die soms buiten schooltijd optreden.
- De redactie inventariseerde voorbeelden uit lesmateriaal en online lezingen die uiteenlopende kwesties raken: pleidooien voor theocratische idealen, ontkenning van evolutie, uitspraken over geslachtsverhoudingen, en passages die volgens experts negatieve stereotypen van andere religieuze groepen kunnen versterken.

Belangrijke bevindingen
- Theocratische neigingen: enkele reformatorische bestuurders en directeuren gaven openlijk aan dat hun ideaal dichter bij een theocratie ligt dan bij een seculiere democratie. Een directeur zei expliciet dat “ten diepste een theocratie onze wens is”, en bepleitte ingrepen als verplicht vrij op zondag en hardere straffen voor overspel. Deskundigen merken op dat zulke opvattingen fundamenteel botsen met de constitutionele scheiding tussen kerk en staat.
- Democratische waarden versus religieuze pedagogiek: sinds 2021 legt de wet reguliere scholen op dat zij de basiswaarden van de democratische rechtsstaat bevorderen (vrijheid, autonomie, gelijkheid, non-discriminatie en verdraagzaamheid). Tegelijk biedt artikel 23 van de Grondwet ouders al ruim een eeuw bescherming om bijzondere, ook religieuze, scholen te stichten. Dat creëert ruimte voor scholen om die waarden “op hun manier” in te vullen — soms zodanig dat kinderen een dubbele of tegenstrijdige boodschap krijgen.
- Autonomie en opvoeding: leerstelligheden op sommige scholen leggen sterke nadruk op gehoorzaamheid aan God en sturen kinderen naar een specifieke levenswijze, wat volgens schoolbestuurders past bij hun religieuze opdracht. Dat staat haaks op de inspectiebenadering van autonomie als zelfkeuze en zelfbepaling.
- Gelijkheid tussen mannen en vrouwen: in lesmateriaal en publicaties voor docentenvorming wordt vaak traditionele rolverdeling gepresenteerd — de man als hoofd en de vrouw met een meer terughoudende rol. Publicaties die het begrip “onderdanigheid” gebruiken en adviseren kinderen niet het krijgen van kinderen uit te stellen, roepen zorgen op over het doorgeven van discriminerende boodschappen. Sommige scholen beperken ook bestuurlijke of verenigingsrechten tot mannen.
- Evolutieleer: meerdere reformatorische scholen geven de scheppingsleer letterlijk zodat zij de wetenschappelijke uitleg (miljoenen jaren en evolutie) betwisten of naast religieuze uitleg plaatsen. Wetenschaps- en pedagogische experts waarschuwen dat religieuze overtuigingen en wetenschappelijke methoden niet als gelijkwaardige verklaringswijzen zonder kritische inbedding naast elkaar gezet kunnen worden bij jonge leerlingen.
- Islamitische lespraktijken: veel islamitische docenten weigerden voor het onderzoek te spreken, maar analyses van lesmethodes en externe lezingen toonden uitspraken waarin de sharia wordt gepresenteerd als superieur en democratie als problematisch. In sommige lezingen werd ook gesproken over lijfstraffen binnen shariarecht, vaak als theoretische claim over afschrikking. Sommige passages in de methode Al Amana bevatten problematische formuleringen over Joden en Maria die uitnodigen tot zorg bij deskundigen over mogelijke stereotypering en antisemitische connotaties.
- Scheiding school/tijdsbesteding: scholen en docenten benadrukken vaak dat controversiële uitspraken buiten schooltijd in religieuze context aan volwassenen gedaan worden en dat men deze scheidt van reguliere lesstof. Inspectie en deskundigen wijzen erop dat leraren ook buiten school een voorbeeldfunctie hebben en dat hun publiek optreden daarom niet los gezien kan worden van hun rol op school.

Reacties van experts en toezichthouder
- Hervormingsdeskundigen en mensenrechtenonderzoekers, zoals Abdullahi An-Na'im, waarschuwen dat religieuze socialisatie diepgaande emotionele en culturele invloed heeft en dat het naïef is te denken dat religieuze leer en democratische waarden eenvoudigweg “gelijkwaardig” naast elkaar kunnen bestaan.
- De Onderwijsinspectie werkt vooral risicogestuurd; zij wil geen concrete casussen bespreken zonder de volledige context. Het ministerie heeft erkend dat een school theoretisch een theocratische visie mag uitdragen, mits zij daarnaast extra ‘respect’ voor democratische basiswaarden bevordert — een formulering die veel onduidelijkheid en kritiek oproept.

Gevolgen en discussie
- Nieuwsuur’s dossier toont de spanning tussen de vrijheid van onderwijs (grondwettelijke rechten) en de staatsopdracht om democratische waarden te waarborgen. Het roept de vraag op hoe ver die vrijheid mag reiken als scholen systematisch boodschappen meegeven die gelijkheid, autonomie of verdraagzaamheid ondermijnen.
- Politiek is er verdeeldheid over ingrijpen: sommige partijen willen strenger toezicht ook op weekendscholen, andere vinden dat de staat niet in privésfeer van ouders moet treden. Experts pleiten voor duidelijkere regels en handhaving zodat kinderen in alle door de staat gefinancierde scholen de kernwaarden van de democratische rechtsstaat daadwerkelijk leren en ervaren.

Kortom: het onderzoek legt bloot dat in delen van het bijzondere onderwijs boodschappen worden doorgegeven die botsen met democratische kernwaarden, en dat huidige wet- en toezichtskaders moeite hebben om die grens scherp en eenduidig vast te stellen en te handhaven.