De Amerikaanse confrontatie met Venezuela laat zien: Trump gedraagt zich als een ouderwetse imperialist
In dit artikel:
Donald Trump gedraagt zich tegenover Latijns‑Amerika niet als teruggetrokken isolationist maar als een herleving van Amerikaanse imperialistische politiek. De afgelopen weken en maanden escaleert de confrontatie vooral met Venezuela: het Witte Huis sloot het luchtruim boven en rond Venezuela, verhoogde militair machtsvertoon, stapelde sancties op en voert intensievere aanvallen op vermeende ‘narcoschepen’ uit — acties die ook vissers kunnen treffen en al hebben geleid tot tientallen dodelijke incidenten op zee. De Amerikaanse defensieleiding geeft te kennen dat een harde aanpak nog maar begonnen is; een invasie of luchtaanval wordt niet uitgesloten en Trump probeert met economische druk en militair intimidatie mogelijk onrust of opstanden uit te lokken.
Tegelijk bemoeit Trump zich breder met het continent. Hij kondigde gratie aan voor de uit de VS veroordeelde ex‑president van Honduras Juan Orlando Hernández, een signaal naar pro‑Trump kandidaten in recent gehouden verkiezingen zoals Nasry Asfura. Hij looft openlijk autoritaire bondgenoten (onder wie Javier Milei in Argentinië en Nayib Bukele in El Salvador) en straft regeringen die niet volgzaam zijn — met dreiging van sancties, regime change, militaire interventie en zelfs territoriale ambities die doen denken aan annexatie. Trump herleeft hiermee in praktijk de klassieke Monroe‑doctrine en het Roosevelt‑“recht” om in Midden‑Amerika en het Caribisch gebied in te grijpen.
De auteur plaatst Trumps beleid in historische context: sinds 1823 hebben Amerikaanse beleidslijnen rond “Geen Europese inmenging” en later het Roosevelt‑aanhangsel tal van interventies en staatsgrepen in Latijns‑Amerika gerechtvaardigd. Van de kanonneerbootacties tegen Venezuela begin twintigste eeuw en de School of the Americas — waar veel Latijns‑Amerikaanse generaals werden opgeleid — tot de CIA‑operaties in Guatemala (1954) en de invasie van Panama (1990), Amerikaanse inmenging heeft vaak destabilisatie, repressie en tegenreacties opgeleverd in plaats van duurzame stabiliteit.
Specifiek over Venezuela schetst de tekst de interne ontwrichting: na het succes van Hugo Chávez verslechterde de economie onder Nicolás Maduro, met hyperinflatie, massale emigratie (ongeveer acht miljoen Venezolanen), corruptie en ondermijning van democratische instituties. Trump bestempelt Maduro als onderdeel van een vermeend “drugskartel” en zet het regime op terroristenlijsten, terwijl de strategische belangen van de VS — vooral Venezolese olievoorraden en zeldzame aardmetalen — evenzeer een rol spelen. Ook speelt geopolitiek: het terugdringen van Chinese, Russische en Iraanse invloed in de regio.
De auteur waarschuwt dat deze koers de regio verder polariseert en ernstige risico’s inhoudt: meer geweld op zee, bredere militaire operaties, economische ontwrichting en nieuwe golven van vluchtelingen. Diplomatieke oplossingen lijken weinig kansrijk zolang de VS onder Trump kiest voor machtspolitiek en regimewissel als doel. In die context vallen ook recente sancties, handelstoezeggingen en politieke inmenging in landen als Brazilië, Colombia, Mexico en Peru te plaatsen; het Amerikaanse streven is duidelijk: het westelijk halfrond opnieuw tot een achtertuin te maken waarin bevriende autoritaire leiders beloond en tegenstanders hard worden aangepakt.