De aarde wordt donkerder, minder reflectie van zonlicht
In dit artikel:
Tussen 2001 en 2024 is de aarde volgens een PNAS-studie onder leiding van Norman Loeb (NASA Langley) minder zonlicht gaan terugkaatsen, met name op het noordelijk halfrond. Satellietmetingen laten zien dat het verschil in gereflecteerde zonnestraling tussen beide halfronden toeneemt met ongeveer 0,34 watt per vierkante meter per decennium — klein in absolute termen maar statistisch significant tegen een achtergrond van rond 240–243 W/m².
Het zuidelijk halfrond blijkt netto meer stralingsenergie te absorberen, terwijl het noordelijk halfrond netto verliest. Normaal worden zulke ongelijkheden deels opgeheven door atmosferische en oceanische circulaties die energie over de evenaar transporteren, maar die compensatie blijkt de veranderingen van de afgelopen twintig jaar niet volledig te herstellen.
Als belangrijkste oorzaken noemen de onderzoekers veranderingen in waterdamp en wolken, afnemende albedo door verlies van zee-ijs en sneeuw op het noordelijk halfrond, en vooral veranderingen in aerosolen. Fijnstofpollutie is in veel noordelijke regio’s sterk gedaald door milieumaatregelen, waardoor er minder condensatiekernen voor wolkvorming zijn en de totale reflectie afneemt. Tegelijk zorgden grootschalige bosbranden (bijv. Australië) en de uitbarsting van Hunga Tonga (2021–2022) voor extra aerosolbelasting op het zuidelijk halfrond.
De bevindingen suggereren dat wolken mogelijk minder in staat zijn om hemisferische verschillen te bewaren dan gedacht, wat van belang is voor het verbeteren van klimaatmodellen en het begrip van de energiebalans van de aarde. Hoewel de radiatieve verandering relatief klein is, heeft ze duidelijk invloed op hoe de planeet zonlicht verdeelt en opslaat.