David Bowie werkte tot vlak voor zijn dood in het geheim aan musical over 18e-eeuws Londen

In dit artikel:

David Bowie werkte tot vlak voor zijn dood in het geheim aan een toneelproject: een 18e-eeuwse musical met de werktitel The Spectator, gesitueerd in het Londen van die tijd. De aantekeningen, waaronder losse ideeën op post-its die aan de muren van zijn bureau waren geplakt, werden pas in 2016 gevonden in zijn werkruimte in New York — alleen hij en zijn assistent hadden een sleutel. Twee dagen vóór zijn overlijden bracht Bowie nog het album Blackstar uit; hij stierf op 10 januari 2016 aan de gevolgen van kanker.

De vondst toont dat Bowie al langer droomde van theaterwerk. Hij bestudeerde The Spectator (de dagelijkse publicatie uit 1711–1712) en was gefascineerd door thema’s als misdaad en straf; hij overwoog zelfs om de 18e-eeuwse volksdief Jack Sheppard als hoofdpersonage te gebruiken. De notities vullen onder meer een heel notitieboekje en leveren nieuw materiaal voor fans en onderzoekers.

Het materiaal maakt deel uit van de schenking van Bowies archief aan het Victoria and Albert Museum in Londen. Op 13 september opent het museum het David Bowie Centre, waar ongeveer 200 uitgelichte objecten uit meer dan 80.000 stukken te zien zullen zijn, waaronder ook het bureau zelf. Bezoekers kunnen bovendien op afspraak toegang krijgen tot het volledige archief met items variërend van podiumkostuums tot handgeschreven songteksten.