'Dat Wilders zich keert tegen wat hij 'gendergekte' noemt, betekent niet dat hij homoseksualiteit afwijst'
In dit artikel:
Tom Heijnen reageert op een ingezonden brief van Maud Stamsnijder in Het Parool, waarin de PVV en Geert Wilders worden afgeschilderd als bedreigingen voor de lhbtq-gemeenschap en vergeleken met leiders als Trump en Orbán. Heijnen, zelf homoseksueel, benadrukt dat Wilders en zijn partij zich in de afgelopen vijftien jaar consequent hebben ingezet voor gelijke rechten van homo’s en lesbiennes. Hij wijst op Wilders’ ondertekening van het coalitieakkoord van 2010 met expliciete homo-emancipatiedoelen, steun aan het verbod op ‘weigerambtenaren’, en een partijstem vóór verplichte lhbt-voorlichting op mbo-scholen in 2017. Tevens verdedigde Wilders de lhbt-gemeenschap tegen intolerantie vanuit fundamentalistische islam. Anders dan vaak wordt gesuggereerd, steunde Wilders niet de anti-lhbt-wetgeving in Hongarije en distantieerde hij zich van het gedachtegoed van Orbán. Volgens Heijnen richt Wilders’ kritiek op ‘gendergekte’ en ‘woke-indoctrinatie’ zich op culturele kwesties en vormt dit geen afwijzing van homoseksualiteit. Het gelijkstellen van Wilders met Orbán en Trump vervaagt het debat, belemmert acceptatie en negeert nuance, waardoor het streven naar lhbt-gelijkwaardigheid juist wordt ondermijnd. Heijnen pleit daarom voor het durven maken van onderscheid en het vasthouden aan feiten in de discussie.