Dankzij Nederlands poeponderzoek tellen ze in het buitenland nu ook walvissen
In dit artikel:
Afgelopen weekend organiseerde Stichting Rugvin, die vorig jaar in Nederland de eerste walvistelling hield, voor het eerst een internationale walvistelling met deelname van meerdere landen. In Nederland stond de telling onder druk door harde wind: waarnemingen waren grotendeels vanaf de wal en in de Noordzee, Oosterschelde en Waddenzee werden alleen bruinvissen gezien. Boottochten in de Oosterschelde moesten vanwege het weer zelfs worden afgelast, terwijl die zeearm juist vaak de beste kans biedt op het zien van bruinvissen inclusief jongen.
Tegelijkertijd telden vrijwilligers langs de kusten van onder meer San Francisco, de Baai van Monterey, Schotland (Hebriden en Shetlands), de Azoren (Pico en São Miguel) en Mauritius wel grotere soorten zoals bultruggen en dwergvinvissen. Aan de wereldwijde telling namen naar schatting 500–600 spotters van negen internationale organisaties deel; zij observeerden 342 walvisachtigen van veertien verschillende soorten (gegevens van de Azoren waren maandag nog niet binnen).
Stichting Rugvin, mede geleid door Frank Zanderink, gebruikt deze tellingen om het publieke bewustzijn te vergroten over de ecologische rol van walvissen. Nieuw onderzoek en eerdere publicaties van Rugvin tonen aan dat walvispoep de oceaan bemest en daarmee fytoplankton voedt dat zuurstof produceert en CO2 vastlegt. Niet alleen reuzen als de blauwe vinvis leveren aanzienlijke hoeveelheden nutriënten — ook kleine soorten zoals bruinvissen en tuimelaars dragen daar volgens Rugvin aan bij door voedselstoffen naar boven te brengen.
De tellingen verbreden ook het debat over bedreigingen voor walvissen en het zeeleven: jacht (Noorwegen blijft een hoge aanwas afschieten), overbevissing in de Noordzee en sterfteoorzaken bij aangespoelde bruinvissen roepen zorgen op. Universiteit Utrecht onderzoekt momenteel gestrande bruinvissen; sommige dieren blijken weinig speklaag te hebben, wat wijst op ondervoeding of ziekte.
Ruim honderd vrijwilligers namen deel aan de Nederlandse editie van de Walvisteldag. Ondanks teleurstellende waarnemingen door het slechte weer ziet Rugvin de internationale samenwerking als een succes en als basis voor vervolgprojecten om het belang van walvissen voor oceanen en klimaat breder zichtbaar te maken.