Dankzij Jacky mogen borstloze vrouwen overal zwemmen, maar de strijd gaat door
In dit artikel:
Jacky Roozen (64) uit Zoutkamp werd dit jaar onverwacht hét gezicht van de strijd voor de rechten van vrouwen zonder borsten. Na een preventieve dubbele amputatie vanwege een voorstadium van borstkanker zwom ze tijdens haar revalidatie zonder bovenstukje omdat een badpak pijn doet; dat leidde tot klachten van andere bezoekers in meerdere zwembaden. Een reportage van RTV Noord over die confrontaties ging viraal en bracht haar zaak landelijk onder de aandacht.
In de confrontaties voelde Jacky zich diep gekwetst en eenzaam: personeel van zwembaden koos volgens haar vaak de kant van klagers en vroeg haar zich te bedekken, terwijl er niets te bedekken viel behalve littekens. Ze omschrijft de ervaring als het achtergelaten worden op de bodem van het zwembad en zegt dat die uitsluiting veel pijn heeft gedaan. Ze probeerde waardig te blijven, maar verloor één keer haar zelfbeheersing; dat moment wordt sindsdien aangegrepen om haar van agressief gedrag te beschuldigen. Over een voorgesteld compromis (met badjas naar de rand schuiven en zich snel in het water laten zakken) zei ze: "Ik had liever gehad dat ze me hadden geslagen."
Met hulp van het Discriminatiemeldpunt Groningen spande Jacky een zaak aan bij het College voor de Rechten van de Mens. Dat college oordeelde dat het zwembad zijn zorgplicht jegens haar had verzaakt en stelde duidelijk dat vrouwen zonder borsten overal zonder bovenstukje moeten kunnen zwemmen. De uitspraak bevestigt dat zwemaccommodaties discriminatie moeten voorkomen en rekening moeten houden met lichamelijke beperkingen en littekens.
Toch beschouwt Jacky de uitspraak niet als het einde van de strijd. Ze hoort dat borstloze vrouwen nog steeds worden aangespoord zich aan te passen en dat er in de samenleving een taboe op ziek zijn en op veranderde lichamen blijft bestaan — in zwembaden, sportzalen, sauna’s, op het werk en op straat. Tegelijk ziet ze kleine positieve tekenen: in andere zwembaden werd ze nadrukkelijk beschermd en steeds vaker spreken mensen haar aan met steun. Een ontmoeting met een vrouw die haar omarmde en bedankte maakte diepe indruk: daar doet ze het volgens haar voor.
Jacky ervaart een nasleep van gemengde emoties: jarenlang overleefde ze in een soort overlevingsmodus; nu begint de verwerking en het besef van wat haar is aangedaan. Haar zaak heeft niet alleen invloed op de praktijk in zwembaden, maar legt ook een grotere discussie bloot over lichaamsautonomie, stigma rond ziekte en de plicht van publieke instellingen om kwetsbare mensen te beschermen. Voor lotgenoten en anderen die met vergelijkbare lichamelijke veranderingen leven, benadrukt haar verhaal het belang van zichtbaarheid, juridische bescherming en maatschappelijke bewustwording.