Dalende vaccinatiegraad blijft hoofdpijndossier voor grote steden, maar ze zien lichtpuntjes
In dit artikel:
De vier grote steden luiden alarm over een dalende vaccinatiegraad bij kinderen en voeren gerichte acties in kwetsbare wijken om dat te keren. Voor volledige bescherming tegen mazelen is ongeveer 95 procent gevaccineerd nodig; landelijk zit de bmr-dekking al jaren rond de 88 procent. In de steden zelf liggen de cijfers nog lager: Amsterdam rond 82 procent, Rotterdam 80 en Den Haag net onder 81 procent. In sommige Haagse buurten is de dekking zelfs onder de 60 procent, wat wethouder Hilbert Bredemeijer extreem zorgwekkend noemt.
De gemeenten zetten lokaal maatwerk in om drempels te verkleinen en bereik te vergroten. In Den Haag mogen verloskundigen in een aantal kwetsbare wijken zwangere vrouwen vaccineren tegen kinkhoest; in de zomermaanden gaven zij zo’n 160 prikken. Jeugdverpleegkundigen bezochten ook scholen om voorlichting te geven en vaccinaties te zetten — op één praktijkschool kregen vijftig kinderen toestemming voor inenting. Amsterdam heeft inmiddels dertien laagdrempelige locaties in achterstandswijken (scholen, buurthuizen, bij verloskundigen) waar zonder afspraak gevaccineerd kan worden en ouders met jeugdverpleegkundigen kunnen praten.
De inzet begint voorzichtig effect te tonen: in Amsterdam-Zuidoost steeg de bmr-dekking van ongeveer 75 naar 78 procent. Utrecht ziet de grootste zorgen in Kanaleneiland en Overvecht, waar slechts 66 procent van de tweejarigen volledig gevaccineerd is; daar biedt de gemeente sinds juni extra bmr-prikken aan en controleert actief de vaccinatiestatus van middelbare scholieren.
De steden wijzen op praktische oorzaken voor het uitblijven van vaccinaties: niet altijd ideologische tegenstand, maar onduidelijke informatie of moeite met reizen naar centrale priklocaties. Dit jaar ontvingen de vier grote gemeenten een eenmalige extra bijdrage van 7 miljoen euro om activiteiten te ondersteunen; ze vragen nu structureel 5 miljoen per jaar om de aanpak voort te zetten en te voorkomen dat kinderen onnodig ziek worden of overlijden. De Tweede Kamer debatteert woensdag over de kwestie.