Dagboek van Anne Frank in de literaire canon: "Indrukwekkend hoe eentiener met zoveel inzicht kan schrijven"
In dit artikel:
Het dagboek van Anne Frank, geschreven terwijl zij met haar gezin ondergedoken zat in Amsterdam, is opgenomen in de vernieuwde Canon van de Nederlandstalige Literatuur. Tomas Baum, directeur van het museum en herinneringscentrum Kazerne Dossin in Mechelen, noemt het werk een rijk en open boek dat op meerdere lagen spreekt: persoonlijk, relationeel en historisch.
Anne kreeg het rood-wit geruite poëziealbum op 12 juni 1942, haar dertiende verjaardag, en begon het als dagboek bij te houden. Ze schreef brieven aan een verzonnen vriendin, ‘Kitty’, en noteerde ruim twee jaar lang observaties over zichzelf, haar familie en de andere onderduikers. Haar laatste aantekening is van 1 augustus 1944; drie dagen later werden de bewoners van het Achterhuis gearresteerd. Alleen Otto Frank overleefde de kampen; Anne en haar zus Margot stierven vermoedelijk in maart 1945 in Bergen-Belsen.
Baum benadrukt drie verbonden thema’s die het dagboek bijzonder maken: Anne’s persoonlijke ontwikkeling (intellectueel en emotioneel), de spanningen van samenleven op een klein oppervlak, en de verwevenheid met de oorlog zoals die binnendrong via de radio. Door die combinatie ontstaat volgens hem een “interessante cocktail”: intieme zelfbeschrijving naast commentaar op gebeurtenissen zoals de geallieerde landingen en berichtgeving over Gandhi. Ook wijst hij op Anne’s literaire aanleg: ze las veel, herschreef delen van haar dagboek nadat ze via de clandestiene radio had gehoord dat de regering in ballingschap dagboeken wilde bewaren, en plakte zelfs pagina’s dicht — aanwijzingen van een bewuste ambitie om te publiceren.
Het is dankzij Miep Gies dat het manuscript bewaard bleef; zij verborg de papieren na de arrestatie en overhandigde ze later aan Otto Frank, die het voor publicatie bewerkte. Sommige passages, met name over de relatie met zijn vrouw en over seksualiteit, verdwenen in die eerste editie; decennialater verscheen een meer volledige versie.
Kazerne Dossin toont in zijn boekenwinkel verschillende bewerkingen van Het Achterhuis — van prentenboek tot strip — maar Baum waarschuwt tegen vergaande instrumentalisering van Anne als symbool. Hij vindt dat het dagboek zelf gelezen moet worden, op de juiste leeftijd en zonder dat iconografie of theatrale bewerkingen de nuance wegnemen. Tegelijk erkent hij dat het boek dankzij zijn openheid en menselijke toon blijvende waarde heeft en gesprekken blijft oproepen, wat mede de reden is voor opname in de canon.
Het dagboek is vertaald in meer dan 75 talen en stond al in de Nederlandse canon; de nieuwe canon van de Nederlandstalige literatuur bevat vijftig wezenlijke werken uit middeleeuwen tot ten minste 25 jaar geleden. In Kazerne Dossin loopt bovendien de actie “Elke naam telt”: bezoekers kunnen de namen inspreken van gedeporteerden vanuit Mechelen; inmiddels zijn er al ruim 17.000 ingesproken namen.