Schutter bloedbad Sydney ontwaakt uit coma, daders waren door IS geïnspireerd
In dit artikel:
Twee mannen — een 50‑jarige vader en zijn 24‑jarige zoon — pleegden zondag een bloedige schietpartij op Bondi Beach in Sydney, waar op dat moment een Chanoeka‑bijeenkomst van de Joodse gemeenschap plaatsvond. In ongeveer tien minuten openden zij het vuur; minstens zestien mensen kwamen om het leven, waaronder de 50‑jarige schutter zelf. De zoon ligt in kritieke toestand in het ziekenhuis. Rond de 25 overlevenden zijn verdeeld opgenomen in meerdere ziekenhuizen; onder de gewonden is één Nederlander die niet meer in levensgevaar verkeert.
Onderzoek vond in de auto van het tweetal huisgemaakte IS‑vlaggen en explosieven. De Australische politie kwalificeert de aanval als een daad van terrorisme gericht tegen de Joodse gemeenschap. Het hoofd van de politie zei dat het vermoedelijk gaat om acties van mensen die zich identificeren met een terroristische organisatie, niet met een religie.
Autoriteiten bevestigden dat de mannen vorige maand naar de Filipijnen reisden. Australische omroep ABC meldt, op basis van een ingewijde bron, dat zij daar militaire training zouden hebben gekregen. De Filipijnen — met name het zuidelijke eiland Mindanao — gelden al langer als bolwerk van islamitisch extremisme en als trainingsgebied voor gewapende groepen.
De vondst van jihadistische symbolen, explosieven en het buitenlandse bezoek vormen belangrijke onderdelen van het lopende onderzoek naar motief en mogelijke medeplichtigen. De aanval op Bondi Beach is de dodelijkste massaschietpartij in Australië in ongeveer dertig jaar en heeft tot een breed antiterreuronderzoek geleid.