D66 en CDA juichen, maar kiezers grensregio laten PVV niet zomaar vallen | DVHN commentaar
In dit artikel:
In de Groningse en Drentse grensregio blijft de PVV ondanks relatieve verliezen een dominante kracht: in de meeste gemeenten staat die partij nog duidelijk op één, met de rest van het politieke landschap sterk versplinterd en de nummer twee vaak met slechts de helft van de PVV‑stemmen. Dit patroon weerspiegelt jarenlang groeiende onvrede op het noordelijke platteland richting traditionele partijen, die door veel bewoners als niet gehoord worden gezien op thema’s als inkomen, werk, gezondheid, veiligheid en onderwijs.
De opkomst van BBB eerder illustreerde hoe kiezers naar protestpartijen uitwijken als ze zich verwaarloosd voelen. Links — vertegenwoordigd door PvdA en GroenLinks — verloor verder terrein in het landschap. Het CDA lijkt langzaam terrein terug te winnen, de VVD beperkte de schade en D66 blijft vooral in stedelijke centra de hoopspartij, met ook enige winst in de regio.
Om stemverschuivingen duurzaam te keren is volgens het artikel meer nodig dan puur politieke winst: partijen moeten ontwikkelkansen bieden aan sociaal en economisch kwetsbare gebieden. Concrete voorstellen zijn investeringen in infrastructuur (zoals Nedersaksenlijn en Lelylijn), het behouden van streekziekenhuizen, betere openbaar vervoersverbindingen, veiligheid, werkgelegenheid en een snelle, zorgvuldige afhandeling van gaskortschade en versterkingswerk in het gasgebied. Na de verkiezingsvreugde moeten D66, CDA en VVD samen met een kabinet regionaal beleid serieus omarmen en met het Noorden samenwerken om weer vertrouwen te winnen.