Curaçao en Aruba: vliegtuigen VS gaan transponders inschakelen
In dit artikel:
Amerikaanse militaire vliegtuigen die boven Aruba en Curaçao opereren, zullen voortaan hun transponders aanzetten, zo hebben de lokale overheden binnen het koninkrijk gisteren bekendgemaakt. De maatregel is volgens de autoriteiten afgesproken met de Verenigde Staten en moet de veiligheid in het civiele luchtruim verbeteren nu het aantal militaire oefeningen in de regio wordt uitgebreid. Arubaanse minister-president Mike Eman zei dat commercieel lucht- en zeeverkeer daardoor ongemoeid zal worden gelaten en "rustig en zonder problemen blijven doorgaan".
Curaçaos minister-president Gilmar Pisas bevestigde de mededeling en liet weten dat Washington luchtvaart- en cruisemaatschappijen proactief op de hoogte brengt van de ontwikkelingen. Een formele bevestiging van de VS ontbreekt nog. De aanscherping komt na meerdere bijna-incidenten in het luchtruim rond Curaçao, waarbij piloten meldden dat Amerikaanse militaire toestellen zonder zichtbaar ingestelde transponders het commerciële verkeer hinderen en in twee gevallen zeer dicht langs civiele vliegtuigen vlogen.
De verhoogde Amerikaanse militaire aanwezigheid in het Caribisch gebied maakt deel uit van een bredere inzet: recent zijn troepen en marineschepen samengebracht en sinds september voerde de VS volgens berichtgeving meer dan 25 acties uit tegen schepen die verdacht worden van drugssmokkel, met vele doden tot gevolg. Die operaties worden officieel gezien als een poging de drugsstroom naar de VS te bestrijden; politieke adviseurs van president Trump hebben in media-opmerkingen ook andere motieven gesuggereerd, waaronder druk op Venezuela.
De concrete gevolgen voor de regio zijn al merkbaar: cruiseschip Norwegian Epic besloot gisteren op het laatste moment Curaçao niet aan te lopen uit veiligheidsoverwegingen — de eerste keer sinds de coronapandemie dat een cruiseschip het eiland overslaat. De combinatie van intensievere militaire oefeningen en eerdere luchtincidenten heeft daarmee directe impact op het toerisme en roept vragen op over transparantie en coördinatie tussen militaire en civiele autoriteiten.