Cristian Chivu, de 'jongen van 15 centimeter' die bij Ajax uitgroeide tot een 'reus van 2.20 meter'

dinsdag, 16 september 2025 (11:32) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

Cristian Chivu (44) keert deze week als trainer van Internazionale terug in Amsterdam voor een Champions League-duel tegen Ajax — en dat roept sterke herinneringen op aan zijn jonge jaren bij de Amsterdammers rond 2002–2003. Maarten Wijffels, destijds clubwatcher, blikt terug op de periode waarin Chivu uitgroeide van verlegen tiener naar aanvoerder van een kleurrijk, veelbelovend elftal.

De aanleiding voor die nostalgie is duidelijk: op 5 mei 2002, in De Goffert te Nijmegen, werd Ajax voor het eerst in vier jaar kampioen. Chivu, toen 22, viel op door zijn gehavende uiterlijk na de wedstrijd — een gescheurd shirt, modder en krassen — maar ook door zijn zichtbare vreugde. Die foto bleef in het archief van Wijffels als symbool van een bijna felle inzet en toewijding.

Het Ajax-team uit die jaren was een smeltkroes van talenten en karakters: Andy van der Meyde, de latere opvallende namen Mido en Zlatan, Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart, Maxwell, Steven Pienaar en jong talent als Nigel de Jong. Middenin dat bonte gezelschap stond Chivu, een Roemeense verdediger die op jonge leeftijd al zware verantwoordelijkheid droeg. Hij kwam in 1999 van Universitatea Craiova en moest zich aanpassen aan een nieuw land — heimwee, disciplineproblemen (drie rode kaarten in zijn eerste maanden) en kamerwissels tonen hoe lastig die periode was.

Chivu had al vroeg tegenslag: zijn vader overleed toen hij zeventien was. Toch werkte hij zich op, ook dankzij steun van landgenoten als doelman Bogdan Lobonţ. Het echte omslagpunt was de komst van Ronald Koeman als trainer in december 2001. Koeman maakte Chivu aanvoerder en prees hem als “completer” dan hijzelf op bepaalde punten — een zet die Chivu meer zekerheid en status gaf. Hij groeide uit tot een centrale figuur die jonge spelers als Nigel de Jong adviseerde over de druk van het profleven; Chivu profileerde zich als een “oude ziel” in een jong lichaam, iemand die zijn nalatenschap bij Ajax serieus nam.

Sportief bereikte dat jonge kampioensteam ver in de Champions League 2002/03; de campagne strandde op dramatische wijze in de kwartfinale tegen AC Milan toen Jon Dahl Tomasson in blessuretijd besliste — een aanval waarin Chivu uitgleed. Na dat seizoen vertrok hij naar AS Roma en later naar Internazionale, waar hij zijn loop­baan in Italië voortzette; nu staat hij tegenover zijn oude club als trainer.

Kleine details illustreren de band met Ajax: David Endt, toen teammanager, bewaart nog steeds het gescheurde kampioensshirt dat Chivu na de titel overhandigde; het tricot ligt in bruikleen bij het Amsterdam Museum, met een losse kaart waarop een handgeschreven Roemeense boodschap van Chivu bevestigd zou staan. Endt en Chivu hebben sindsdien sporadisch contact en Chivu stelde ooit dat hij de ambitie heeft om na zijn spelerscarrière ook trainer van Ajax te worden — een toekomstwens die nu, nu hij terugkeert, even tastbaar lijkt.

Kortom: Chivu’s bezoek is meer dan een sportief treffen; het is een terugblik op een periode waarin een jonge vluchteling uit Roemenië zich door inzet en leiderschap tot boegbeeld van een veelbelovende generatie ontwikkelde — en die herinnering leeft voort in foto’s, anekdotes en een gescheurd kampioensshirt.