Continu een hulpverlener in je nek, daar knapt geen jongere van op (ook het budget niet)
In dit artikel:
In Rotterdam wordt voor een groeiende groep moeilijk behandelbare jongeren ingrijpende een-op-een-begeleiding ingezet, wat de gemeente jaarlijks ruim 30 miljoen euro kost. Deze jongeren, vaak met complexe problemen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg, komen niet in passende instellingen terecht doordat het aantal gesloten jeugdzorgbedden sterk is verminderd na het landelijke streven om kinderen niet meer gedwongen op te sluiten. In Zuid-Holland zijn sinds 2022 180 gesloten plekken verdwenen, en de resterende capaciteit is continu volgeboekt.
De intensieve individuele begeleiding, die soms 35.000 euro per kind per week kost, bleek uit recent onderzoek van hoogleraar Peer van der Helm en de gemeente vooral averechts te werken. Jongeren zoals Olga, slachtoffer van incest en loverboys, ervaren de begeleiding niet als steun maar als toezicht en controle, wat leidt tot frustratie, crisis en verdere isolatie. In plaats van zelfredzaamheid te vergroten, ontwikkelen zij volgens het rapport ‘aangeleerde hulpeloosheid’. De begeleiding beperkt vaak hun sociale contacten en schoolbezoek en verhoogt spanningen binnen het gezin.
Een belangrijke oorzaak van het falen is het zogenaamde ‘plek-denken’: hulpverleners zoeken snel een beschikbare plek zonder te letten op de passende behandeling of samenhang, waarbij oude diagnoses worden doorgegeven en afspraken niet worden nagekomen. Gemeenten hebben weinig invloed op waar jongeren worden geplaatst, terwijl zorginstellingen bepalen waar de zorg wordt geleverd, soms ver weg van huis. Wethouder Ronald Buijt van Rotterdam wil dat de gemeente betrokken wordt bij casussen met hoge kosten en pleit voor meer zeggenschap om de kosten en kwaliteit beter te beheersen.
Hoewel het landelijke beleid gericht is op het volledig afschaffen van gesloten jeugdzorg, wijst Buijt erop dat dit in de praktijk onmogelijk is omdat er simpelweg geen alternatieven klaarstaan. De afgelopen jaren zijn kleinschalige alternatieven te langzaam ontwikkeld, waardoor jongeren blijven ‘rondpompen’ zonder goede oplossing. Rotterdam wil nu sneller inzetten op deze alternatieven en het gebruik van langdurige een-op-een-begeleiding afbouwen, omdat deze, ondanks de kosten, niet leidt tot verbetering maar eerder verslechtering van de situatie van kwetsbare jongeren. Dit onderzoek toont aan dat het huidige systeem van dure, individuele begeleiding niet alleen financieel onhoudbaar is, maar ook schadelijk is voor de ontwikkeling van deze jongeren.