Consument houdt hand op de knip: inflatievrees en internationale conflicten drukken de kooplust
In dit artikel:
Economen van ING constateren dat Nederlandse huishoudens in de eerste helft van dit jaar duidelijk terughoudend waren: hoewel het inkomen gemiddeld iets toenam, vertaalde dat zich niet in meer bestedingen. In een vrijdag gepubliceerd rapport merken zij op dat de consumptie per saldo nauwelijks is toegenomen en dat zij pas volgend jaar rekenen op een substantieelere bijdrage van de consument aan de economische groei.
De belangrijkste oorzaak is een gebrek aan vertrouwen. Dat consumentenvertrouwen viel vooral in het tweede kwartaal flink terug, deels door aanhoudend hoge inflatie en vooral door stijgende inflatieverwachtingen. Die verwachtingen zetten mensen aan tot voorzichtiger gedrag: men zet meer opzij uit vrees voor inkomensverlies in koopkracht en doet minder impulsieve aankopen. Prijsstijgingen bij frequent gekochte producten — met name voeding — wegen daarbij extra zwaar op het sentiment.
Daarnaast speelt internationale onzekerheid een rol. ING wijst op wereldwijde ontwikkelingen zoals de oorlog in Oekraïne, de situatie in Gaza en handelsconflicten die consumenten angstig maken en de bereidheid om geld uit te geven verminderen. Tegelijk is er ook positief nieuws: een indicator van de Europese Commissie laat zien dat de consumentonzekerheid voor de derde maand op rij is afgenomen, en bepaalde geopolitieke spanningen en handelsperikelen lijken iets minder onrustig te werken na recente afspraken tussen de VS en de EU.
Vooruitkijkend verwacht ING dat de daling van energie-inflatie de druk op koopkracht zal verlichten, maar dat prijsstijgingen van voedingsmiddelen naar verwachting nog geruime tijd relatief hoog blijven. Daardoor blijft terughoudendheid onder consumenten voorlopig merkbaar, al verwacht de bank dat huishoudens in de loop van dit jaar langzaam hun voorzichtigheid iets zullen laten vieren en dat hun bijdrage aan groei volgend jaar duidelijker wordt.