Conflict Jillert Anema vs. KNSB: wie heeft er gelijk? 'Ik snap zijn timing niet zo goed'

zaterdag, 8 november 2025 (08:42) - Dagblad van het Noorden

In dit artikel:

De Amsterdamse coach Jillert van den Boogaard zette onlangs een discussie in gang door het vraagteken te zetten bij de huidige praktijk dat Nederlandse schaatsers in vrijwel alle wereldbekers moeten starten. Een aantal betrokkenen — coaches, oud-schaatsers en een sportjournalist — reageert daar verbaasd maar ook begripvol op: de afspraak om met de beste rijders naar de World Cups te gaan bestaat al langer en werd vorig jaar in overleg met de KNSB gemaakt, stellen zij.

Erwin ten Hove (IKO-X2O) benadrukt dat het Nederland er primair om gaat zoveel mogelijk olympische startplaatsen binnen te halen; daarvoor is deelname aan de World Cups praktisch noodzakelijk, ook al is het niet ideaal voor elke individuele sporter. Door de brede internationale top en de manier waarop quota voor de Spelen worden verdeeld, kan het gebeuren dat een andere rijdster dan degene die zich via het OKT plaatst, de startplek voor het land heeft binnengeschaatst. Ten Hove vindt Jillerts opstootje opvallend qua timing, maar geeft toe dat zo’n rumoer soms levendigheid brengt in de sport.

Renate Groenewold waardeert Jillerts inzet voor zijn rijdsters maar betreurt dat de discussie mogelijk schade toebrengt aan talenten zoals Merel Conijn, die recent sterk presteerde op het NK. Zij wijst erop dat beslissingen over internationale starts doorgaans in overleg met de atleet genomen worden en dat ervaring leert wat voor wie werkt; uitzonderingen zijn er bij calamiteiten, maar een alternatief systeem is er nauwelijks door de hoge prestatiedichtheid in Nederland.

Ook Daniëlle Bekkering toont begrip voor Jillerts intenties maar steunt het huidige systeem: als iedereen zich aan afwijkingen zou kunnen onttrekken, ontstaat onduidelijkheid en onrechtvaardigheid. Bovendien biedt het systeem enige ruimte voor uitzonderingen, en voorkomt het dat een vroege misser iemands hele seizoen kapotmaakt.

Kort samengevat: coaches en oud-topschaatsers vinden de bestaande afspraak—Nederland met de sterkste rijders naar de World Cups sturen om olympische quota veilig te stellen—onnodig om te discussiëren, maar erkennen de spanning tussen individuele belangen van rijdsters en het nationale belang in een extreem competitief schaatsland.