Compagnon van 'Bolle Jos' zit na forse straf in België nu in Nederland vast voor invoer cocaïne

dinsdag, 1 juli 2025 (07:17) - Het Parool

In dit artikel:

Ibrahim E. (44), een Rotterdamse crimineel en compagnon van de voortvluchtige drugscrimineel Jos ‘Bolle Jos’ Leijdekkers, wordt in Nederland vervolgd voor grootschalige cocaïnehandel en betrokkenheid bij een poging tot liquidatie in 2020. Eerder kreeg hij in België al een gevangenisstraf van acht jaar opgelegd voor zijn rol bij de invoer van 4200 kilo cocaïne, waarbij hij een loods huurde waar ruim vier ton van de drug werd gevonden, verborgen tussen kreeft inktvis. Na enkele jaren kwam hij weer vrij.

Justitie toont aan dat Ibrahim E. in nauw contact stond met onder anderen Leijdekkers en diens rechterhand Isaac B., alias Bom, via een versleutelde telefoon. Hij wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan een geplande moordaanslag in Barendrecht, waarbij Isaac B. hem vroeg iemand uit de weg te ruimen. Volgens E. was het echter bedoeld als dreigement in een zakelijke ruzie, met het plan om het slachtoffer alleen maar te intimideren en pijn te doen.

Op 15 april 2020 werd het slachtoffer inderdaad aangevallen door twee mannen in het zwart; hij kreeg een vuurwapen tegen zijn borst, waarop de trekker werd overgehaald, maar het pistool ging niet af. Hij werd ook geslagen met het pistool. Verder wordt E. verdacht van betrokkenheid bij nieuwe drugstransporten in januari 2025, waarbij onder meer via ‘groene’, ‘rode’ en ‘lopende’ lijnen cocaïne werd geïmporteerd, termen die door justitie als jargon voor ladingen drugs worden verklaard.

In 2020 waren er vier grote partijen cocaïne (van 259, 781, 489 en 200 kilo) die E. vermoedelijk hielp importeren, deels via dezelfde Antwerpse loods. Deze locatie werd ook doorzocht in verband met de verdwenen en mogelijk vermoorde Amsterdamse drugshandelaar Naima Jillal, van wie mogelijk kledingstukken en een handtas werden gevonden.

Tijdens zijn eerste zitting in Rotterdam hield Ibrahim E. zich op de vlakte en sprak hij nauwelijks over de beschuldigingen. Zijn advocaat stelde dat de ontcijferde berichten voornamelijk uit door E. ontvangen communicatie bestaan, waardoor het bewijs volgens hem dun is. Over de moordaanslag zei de raadsman dat de dreigingen vooral bedoeld waren om het slachtoffer bang te maken, niet om hem te doden. Daarnaast benadrukte hij dat de meeste aantijgingen uit 2020 dateren.

De rechtbank besloot Ibrahim E. voorlopig vast te houden, uit vrees voor hernieuwde drugshandel. Hoewel er sterke aanwijzingen zijn voor zijn rol in de moordpoging, ontbreekt duidelijkheid over de betrokkenheid van de daders en de exacte gang van zaken. De zaak wordt op 24 september verder behandeld in een nieuwe zitting.