Commissie onderzocht mortierongeval Mali in 2016: 'Dodelijk ongeval was al sinds aankoop bijna onafwendbaar'
In dit artikel:
In juli 2016 kwamen de Nederlandse militairen Henry Hoving (29) en Kevin Roggeveld (24) om het leven toen een mortier tijdens een schietoefening vroegtijdig ontplofte op het niet-permanente kamp in Kidal, Mali. Een onafhankelijke onderzoekscommissie, die bijna drie jaar werkte en meer dan honderd betrokkenen sprak, concludeert dat het ongeluk vrijwel onvermijdelijk was vanaf het moment dat de munitie werd aangeschaft.
De commissie wijst terug naar de aankoop van een partij mortieren van een Bulgaarse fabrikant: onderdelen voldeden niet aan NATO-veiligheidsnormen, er was zichtbare roest en cruciale informatie over veilige gebruiks- en bewaartemperaturen ontbrak. Ondanks deze tekortkomingen werd de partij vrijgegeven en in voorraad opgenomen, waarmee een operationeel tekort werd opgelost maar een veiligheidsrisico gecreëerd.
Onderzocht werden vier risicomomenten: aanschaf, vrijgave, kwaliteitsbewaking en opslag in Mali. In totaal constateert het rapport veertien gevallen van nalatigheid; in elf daarvan konden de betrokken militairen niets anders doen, maar in drie gevallen is sprake van verwijtbaar handelen. Vooral leidinggevenden krijgen scherpe kritiek: stafofficieren rond de directeur operaties hadden volgens de commissie een veilige opslag in Kidal moeten organiseren, en de Dienst Materieel Organisatie had moeten waarborgen dat vrijgave binnen aanvaardbare risico’s bleef. Ook de hoogste legerleiding had onvoldoende zicht op munitieveiligheid en reageerde niet adequaat op signalen over gebrekkige mortieren.
Na bijna tien jaar krijgen nabestaanden nu wél antwoorden; weduwe Jennifer Schouten zegt dat de conclusies haar vermoedens bevestigen. Minister Brekelmans biedt zijn excuses aan, kondigt onderzoek naar mogelijke consequenties voor individuen aan en wijst op jarenlange bezuinigingen, reorganisaties en de druk om inzetbaar te blijven als factoren die hebben bijgedragen. Het rapport legt volgens de commissie vooral een structureel veiligheidsprobleem en falend toezicht bloot.