Column Ronald Otto: Soeverein met Open Source
In dit artikel:
Organisaties staan steeds vaker voor de keuze tussen gesloten en Open Source-software. Waar vroeger gesloten oplossingen werden gezien als veiliger en beter ondersteund, wint een Open Source-first aanpak terrein — vooral vanwege kostenbeheersing, beheer van privacy- en continuïteitsrisico’s (denk aan AVG, NIS2 en overnames) en de mogelijkheid om onafhankelijkheid van leveranciers te bewaren. Voor nieuwe bedrijven is die keuze eenvoudiger; bestaande organisaties moeten vaak investeren in nieuwe tooling en een capabele IT-afdeling om self-hosting en migratie goed te laten verlopen.
Belangrijke misvattingen: Open Source is geen synoniem voor gratis of automatisch door een community onderhouden. Open Source is een licentievorm waarbij zowel communityprojecten als commerciële bedrijven ondersteuning en onderhoud kunnen leveren. Veel succesvolle projecten (Proxmox, Nextcloud, Odoo, Ubuntu, Android, Firefox, GitLab, pfSense) worden door bedrijven ondersteund, en veel SaaS-leveranciers bouwen juist op Open Source — soms volstaat het om ernaar te vragen.
Praktische overwegingen bij keuze zijn gebruiksvriendelijkheid, de gezondheid en leeftijd van een community, de impact van uitval op je bedrijfsprocessen, en of er betrouwbare commerciële ondersteuning bestaat of interne capaciteit om systemen zelf te beheren. Het internet zelf is grotendeels afhankelijk van Open Source (bijv. Linux), waardoor een Open Source-first strategie niet alleen haalbaar maar vaak verstandig is voor organisaties die privacy en continuïteit hoog in het vaandel hebben.