Clown in de spelerstunnel en burgemeester op het veld bij Diever/Wapse. 'Hier is hij gewoon Jouke'
In dit artikel:
Burgemeester Jouke Spoelstra van Westerveld staat dit seizoen niet alleen op de burgemeestersbank, maar ook in het veld bij dorpsclub Diever/Wapse. De fractie van zijn “transfer” is opvallend: Spoelstra verhuisde sportief gezien van het Friese Drogeham (zaterdag vierde klasse) naar het zondagelftal van Diever/Wapse, zo’n 50 kilometer van zijn oude woon- en speelomgeving, omdat hij in Diever woont en er graag in het eigen dorp wil voetbalden.
Spoelstra, die in 2024 burgemeester werd van Westerveld en daarvoor acht jaar wethouder was in Achtkarspelen, is geen onbekende op politiek terrein (hij stond op plek 11 van de CDA-kandidatenlijst in 2023 en liep stages bij Pieter Omtzigt en de VN). Op zondag ploeterde hij in regen en wind negentig minuten mee in Wapse, waar de fusieclub dit seizoen uitkomt na promotie van de vijfde naar de vierde klasse zondag.
Diever en Wapse fuseerden in 2010 maar houden twee sportparken in gebruik; senioren en jeugd wisselen halverwege het seizoen van locatie. Het complex in Wapse ademt dorpsvoetbal: de kantine functioneert ook als dorpshuis en kleedkamers grenzen aan bestuurskamers. Een markant element is een groot clownsschilderij in de spelerstunnel — een vertrouwd raadsel dat al generaties meegaat en symbool staat voor de eigenzinnige clubcultuur.
Binnen die cultuur werd Spoelstra snel “one of the guys”. Bestuursleden benadrukken dat gesprekken op het veld niet over politiek gaan; hij doet gewoon mee als Jouke. De ploeg is jong en bevat veel JO-19-talenten, wat de burgemeester aanspreekt: het voetbal biedt hem een ontspanning naast zijn ambt en een directe manier om bewoners te ontmoeten. Dat blijkt ook uit anekdotes: mensen spreken hem erop aan in de supermarkt en op het gemeentehuis wordt het lokale resultaat nagetrokken.
Sportief verliep de wedstrijd tegen VV Schoonebeek spannend maar met een 2-1 nederlaag als eindstand. Ondanks teleurstelling bleef Spoelstra positief over zijn plek in de ploeg en de waarde van amateurvoetbal als sociale kleefstof in kleine gemeenschappen.